bijdetijds
Uiterlijk
- Geluid: bijdetijds (hulp, bestand)
- bij·de·tijds
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bijdetijds | bijdetijdser | bijdetijdst |
verbogen | bijdetijdse | bijdetijdsere | bijdetijdste |
partitief | bijdetijds | bijdetijdsers | - |
bijdetijds [1]
- Het woord bijdetijds staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.