bekritiseren
Uiterlijk
- be·kri·ti·se·ren
- Afgeleid van kritiseren met het voorvoegsel be-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bekritiseren |
bekritiseerde |
bekritiseerd |
zwak -d | volledig |
bekritiseren
- overgankelijk kritiek uiten op iets of iemand, zeggen dat iets of iemand niet goed is
- Hij werd hier scherp voor bekritiseerd.
- De perfectionistische vrouw bekritiseerde altijd alles en iedereen.
- ▸ De speech van Hermans en het daaropvolgende applaus van haar partijgenoten werden bekritiseerd in verschillende media, zoals bij Vandaag Inside, door columnist en podcaster Marcel van Roosmalen en door programmamaker Tim Hofman.[1]
1. kritiek uiten op iets of iemand
- Het woord bekritiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bekritiseren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron “VVD-fractievoorzitter Hermans geraakt door 'tassendrager' van Wilders” (15 juni 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %