ambtsaanvaarding
Uiterlijk
- ambts·aan·vaar·ding
- samenstelling van ambt zn en aanvaarding zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ambtsaanvaarding | ambtsaanvaardingen |
verkleinwoord |
de ambtsaanvaarding v
- het accepteren van een benoeming in een ambt
- ▸ Noordrijn-Westfalen gaat als eerste Duitse deelstaat de nationaliteit van alle verdachten bekendmaken. "Ik pleit sinds mijn ambtsaanvaarding voor transparantie", zegt minister van Binnenlandse Zaken Reul tegen persbureau DPA. "In de toekomst moeten we ook in het persbeleid van de politie daarin consequent zijn." Als een verdachte een Duitser is, wordt dat ook gemeld.[2]
- ▸ Chandrikapersad Santokhi is officieel de nieuwe president van Suriname. In een buitengewone vergadering van de Nationale Assemblée in Paramaribo legde hij de eed af en tekende hij de proclamatie voor de ambtsaanvaarding. Even daarvoor werd Ronnie Brunswijk beëdigd als vicepresident.[3]
- Het woord ambtsaanvaarding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Politie Noordrijn-Westfalen gaat nationaliteit verdachten bekendmaken” (Maandag 26 augustus 2019, 20:43), NOS
- ↑ Weblink bron “Chan Santokhi geïnstalleerd als president van Suriname” (Donderdag 16 juli 2020, 16:38), NOS