alpenden
Uiterlijk
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/1/1e/Zirbe01.jpg/250px-Zirbe01.jpg)
- al·pen·den
- samenstelling van Alpen en en den zn , geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.H
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alpenden | alpendennen |
verkleinwoord | - | - |
de alpenden m
- (coniferen) bepaald soort naaldboom, Pinus cembra
uit de dennenfamilie Pinaceae
, die groeit in de Alpen en de Karpaten tot vlak onder de boomgrens
- ▸ De bodem met een doorsnede van twintig centimeter bleek gemaakt van arve, een alpenden, de dunne wand van wilg was aan de bodem bevestigd met getrokken twijgen van den. De lichte doos is waarschijnlijk gebruikt om proviand te vervoeren, want hij bevatte nog restanten van meel.[1]
1.
- Het woord 'alpenden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron
Theo Toebosch“De laatste gletsjers geven hun schatten vrij” (31 december 2020) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Coniferen in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal