achtervolgen
Uiterlijk
- ach·ter·vol·gen
- samenstelling van achter en volgen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
achtervolgen |
achtervolgde |
achtervolgd |
zwak -d | volledig |
achtervolgen
- overgankelijk iets of iemand trachten in te halen
- Slaapwandelaars worden in hun dromen vaak achtervolgd.
- ergens continu mee bezig zijn in de gedachten
- Het ernstige ongeluk achtervolgde hem de hele dag.
- ▸ Een Australische jongen had me aan de bar in Tehachapi een vraag gesteld die me bleef achtervolgen: ’Wat is de langste tijd dat je ooit totaal alleen bent geweest?’[1]
- achter iets of iemand aangaan
1. iemand inhalen
- Het woord achtervolgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "achtervolgen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %