accumulatie
Uiterlijk
- Geluid: accumulatie (hulp, bestand)
- ac·cu·mu·la·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘opeenhoping’ voor het eerst aangetroffen in 1786 [1]
- Afgeleid van accumuleren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | accumulatie | accumulaties |
verkleinwoord | accumulatietje | accumulatietjes |
de accumulatie v
- ophoping
- Er vond een accumulatie van geld plaats.
1. ophoping van stoffen
- Het woord accumulatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "accumulatie" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "accumulatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ accumulatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be