Naar inhoud springen

aanhaalt

Uit WikiWoordenboek
  • aan·haalt
vervoeging van
aanhalen

aanhaalt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhalen
    • ... dat jij aanhaalt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhalen
    • ... dat hij aanhaalt.