aanbod

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanbod    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈambɔt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·bod

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van aanbieden

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanbod	(aanbiedingen)
verkleinwoord	(aanbiedinkje)	(aanbiedinkjes)

Zelfstandig naamwoord

het aanbod o

1. een aanbieding

   • Een aanbod van een bepaalde dienst. 

   ▸ Maar wij kunnen echt niet op jullie aanbod ingaan, hoe lullig ik het ook vind.

   ▸ Ik vermoedde dat het een aanbod was voor een nieuwe betrekking die beter bij haar verwachtingen paste dan lesgeven aan een meisje in een cottage - ook al had het de benaming van een huis - en werken voor iemand met de pretenties van een lady, zonder de middelen te bezitten om daarop aanspraak te kunnen maken.

2. (economie) het voorradig zijn

   • Het aanbod aan koopwoningen. 
   • Er is een groot aanbod van inburgeringscursussen. 

3. (economie) het geheel aan beschikbare goederen en diensten op micro-economisch niveau

   ▸ Ook staten als Californië en Louisiana die vanwege bosbranden, aardbevingen en overstromingen ook als risicovol zijn aangemerkt, zien het aanbod van verzekeringsmaatschappijen snel afnemen. Dat leidt tot stijgende prijzen en steeds minder keuzevrijheid voor huiseigenaren, die het soms niet meer kunnen opbrengen in een bepaald gebied te wonen en uiteindelijk ook vertrekken.

   • De wet van vraag en aanbod. 

4. het aangebodene

   • Het aanbod is een levenslang abonnement. 

5. voorstel, poging tot compromis

   • De examinator deed het aanbod om in plaats van een hertentamen te maken een paper te schrijven over de verplichte literatuur. 

Synoniemen

• [1, 4] aanbieding
• [2] assortiment, gamma
• [5] concessie, handreiking

Hyponiemen

   

actieaanbod activeringsaanbod activiteitenaanbod advertentieaanbod arbeidsaanbod basisaanbod betaal-per-keeraanbod boekenaanbod bundelaanbod cao-aanbod coderingsaanbod concertaanbod cultuuraanbod cursusaanbod dagaanbod decoderingsaanbod dienstenaanbod filmaanbod geldaanbod horeca-aanbod huizenaanbod hulpaanbod hulpverleningsaanbod informatieaanbod introductieaanbod jobaanbod kabelaanbod kameraanbod keuzeaanbod kunstaanbod lanceringsaanbod lesaanbod loonaanbod media-aanbod muziekaanbod nieuwsaanbod olieaanbod onderwijsaanbod onlineaanbod opera-aanbod opleidingenaanbod opleidingsaanbod overaanbod passagiersaanbod pechaanbod piekaanbod productaanbod productenaanbod proefaanbod programma-aanbod regeringsaanbod reizigersaanbod remiseaanbod seizoensaanbod serviceaanbod sportaanbod stageaanbod studieaanbod taalaanbod televisieaanbod theateraanbod toneelaanbod totaalaanbod treinaanbod tv-aanbod vacatureaanbod vakantieaanbod verkeersaanbod vervoeraanbod vervoersaanbod videoaanbod visaanbod voedselaanbod voorzieningenaanbod vredesaanbod waardeaanbod werkaanbod werkgeversaanbod winkelaanbod woningaanbod zenderaanbod zorgaanbod

Afgeleide begrippen

   

aanbodbeleid aanbodcurve aanbodeconomie aanbodfactor aanbodgedreven aanbodgericht aanbodgestuurd aanbodkant aanbodkrant aanbodoverschot aanbodprijs aanbodregulering aanbodstructuur aanbodsturing aanbodtekort aanbodverhouding aanbodzijde

Verwante begrippen

• aanbieden, aanbieding

Uitdrukkingen en gezegden

Een vrijblijvend aanbod.

• Een aanbod dat de persoon die het aanbod accepteert tot niets verplicht.

Opmerkingen

• "aanbod" heeft geen meervouds- en verkleinvormen, in plaats daarvan worden de vormen van "aanbieding" gebezigd.

Vertalingen

    1. een aanbieding   

Aragonees: ofierta (an) Baskisch: eskaintza (eu) (merkataritza) Bulgaars: предложение (bg) o, предлагане (bg) o, оферта (bg) v Catalaans: oferta (ca) Deens: udbud (da) Duits: Angebot (de) o Engels: offer (en) Esperanto: oferto (eo) Estisch: pakkumine (et) Fins: hankinta (fi), toimitus (fi), tarjonta (fi) Frans: offre (fr), proposition (fr) v Galicisch: oferta (gl) Grieks: εφοδιασμός (el), προμήθεια (el), παροχή (el) Hongaars: kínálat (hu) (kereskedelem) Indonesisch: penawaran (id)

Italiaans: offerta (it) Kroatisch: ponuda (hr) Latijn: donum (la) Noors: tilbud (no) o Nynorsk: tilbod (nn) o Pools: oferta (pl) v Portugees: fornecimento (pt) (comércio) Roemeens: offerta (ro) Russisch: предложение (ru) (торговля) Sloveens: ponudba (sl) (trgovina) Slowaaks: ponuka (sk) Spaans: ofrecimiento (es) m, oferta (es) v, proposición (es) v Tsjechisch: dodávka (cs) Turks: teklif, öneri, sunum (tr) Zweeds: leverans (sv), erbjudande (sv)

Gangbaarheid

• Het woord aanbod staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanbod" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Afrikaans

Uitspraak

• geluid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanbod	-

Zelfstandig naamwoord

aanbod

1. (economie) aanbod