aaiing
Uiterlijk
- aai·ing
- Naamwoord van handeling van aaien met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aaiing | aaiingen |
verkleinwoord | aaiinkje | aaiinkjes |
aaiing
- het aaien
1.
- Het woord aaiing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aaiing" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 47 %
- Prevalentie Vlaanderen 64 %