aagje
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Aagje |
- aag·je
- Aagje en , geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.A als eponiem dat verwijst naar een personage dat voor het eerst voorkomt in Kluchtigh Avontuertje van 't nieuwsgierigh Aechje van Enckhuysen. uit het kluchtboek De Gaven van de milde St. Marten uit 1654 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aagje | aagjes |
verkleinwoord | - | - |
het aagje o
- (persoon) iemand die te veel laat blijken iets te willen weten (alleen in onderstaande verbinding)
- Het woord aagje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aagje" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ aagje op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eponiem in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Persoon in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 74 %