Waal

Niet te verwarren met: waal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Waal    (hulp, bestand)
• IPA: /wal/

Woordafbreking

• Waal

Woordherkomst en -opbouw

1. (demoniem): uit Middelnederlands Wāle, uit Oergermaans *Walhaz ‘Kelt, Romaan’, vermoedelijk teruggaand op de Keltische stam die in het Latijn Volcae werd genoemd. Verwant met Oudhoogduits Wal(a)h ‘Romaan; vreemdeling’, Oudengels Wealh ‘Kelt, Brit; vreemdeling, slaaf’ en Oudnoords Valir ‘inwoners van Noord-Frankrijk, Romanen, Kelten; slaven’.
2. (eigennaam): uit Middelnederlands Wael, dat teruggaat op Latijnse en Germaanse vormen (vgl. Vahalis, eerder Vacalus, vroegste Keltisch Vocalus).

demoniem	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Waal	Walen
verkleinwoord	Waaltje	Waaltjes

Zelfstandig naamwoord

de Waal m

1. (demoniem) een bewoner of iemand die afkomstig is uit Wallonië

Verwante begrippen

Demoniemen bij Wallonië in het Nederlands
inwoner: Waal • inwoonster: Waalse, Walin • bijvoeglijk: Waals

Vertalingen

    (demoniem) 1. een bewoner of iemand die afkomstig is uit Wallonië   

Duits: Wallone (de) m Engels: Walloon (en)

Frans: Wallon (fr) Spaans: Valón (es)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

	enkelvoud	bezitsvorm	meervoud
naamwoord	Waal	Waals
verkleinwoord	Waaltje	Waaltjes

Eigennaam

Waal v/m

1. (toponiem: rivier) de naam van een brede zijtak van de Rijn in Gelderland
2. naam van een afgedamde rivierarm op IJsselmonde

Afgeleide begrippen

• Waaldijk, Waalkant, Waaloever,
• [1] Waalbandijk, waalboerengrauw, waalformaat, waalklinker, waalmop, waalsteen, waalstraatklinker , Waalstroom, waalvorm

Vertalingen

    (eigennaam) 1. brede zijrivier van de Rijn in Nederland   

Duits: Waal (de) v Engels: Waal (en) Frans: Waal (fr) m Fries: Waal (fy) Litouws: Valas (lt)

Portugees: Vales (pt) Spaans: Waal (es) m Tsjechisch: Waal (cs) Waals: Wål (wa) Zweeds: Waal (sv)

Gangbaarheid

• Het woord Waal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.