-eren
Uiterlijk
Huidig bestand |
---|
1.018 |
- Geluid: [A] -eren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈerə(n) / (2 lettergrepen)
- Geluid: [B] -éren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈerə(n) / (2 lettergrepen)
- -e·ren
- [A] van het oude meervoud -re (verwant aan het Duitse -er), waaraan een tweede meervoudsuitgang -en werd toegevoegd. De enkelvoudige variant is nog steeds te zien in bepaalde verbindingen, zoals kinderkamer en in de vorming van meervoudige verkleinwoorden kindertjes, radertjes; cognaat met Engels -ren in children [1]
- [B] voornamelijk van Frans of Middelfrans, soms Oudfrans, -er of -ier met doorgaans Romaanse werkwoorden, later ook met Duitse werkwoorden op -ieren of met Nederlandse werkwoorden; bij deze werkwoorden staat de klemtoon altijd op de uitgang -éren, een werkwoord als luieren behoort hier dus niet toe [2]
[A] -eren
- vormt de meervoudsvorm van een kleine groep zelfstandige naamwoorden, zoals lam, gelid, been, kalf, rund, blad, rad, kind
[B] -éren
- deel van de infinitief van werkwoorden geleend van voornamelijk Franse werkwoorden die op -er eindigen, bijvoorbeeld informeren van het Franse informer.[3]
Bij leenwoorden uit het latijn betekent dit dat er achter de Latijnse uitgang -ĕre, -ēre een n wordt geplaatst.
- Deze uitgangen lijken qua uitspraak [1.] of qua schrijfwijze [2.] op frequentatieve werkwoorden, die met -er zijn gevormd, zoals knipperen en peuteren.
B. enige woorden met dit achtervoegsel die nog moeten worden aangebracht
- abstineren
- accrocheren
- acquitteren
- amalgameren
- anatomiseren
- antiquiseren
- apparenteren
- arabiseren
- archaïseren
- ardoiseren
- asserteren
- atheïseren
- atomiseren
- attacheren
- avaleren
- azoteren
- baratteren
- bitumineren
- bomberen
- bostonneren
- chronometreren
- cohabiteren
- conciliëren
- concorderen
- confedereren
- consommeren
- contingenteren
- cryoniseren
- deglaceren
- dejeuneren
- denonceren
- depouilleren
- desacraliseren
- dessineren
- diftongeren
- dimensioneren
- disculperen
- dogmatiseren
- ebaucheren
- eclipseren
- elektrolyseren
- erotiseren
- escamoteren
- esthetiseren
- europeaniseren
- exagereren
- exaspereren
- excaveren
- excideren
- exclaustreren
- exhumeren
- exileren
- eximeren
- expatriëren
- festonneren
- ficheren
- fiscaliseren
- fotometreren
- frictioneren
- galonneren
- germaniseren
- guillotineren
- halogeneren
- helleniseren
- humaniseren
- hydrogeneren
- ideologiseren
- inactiveren
- incarneren
- influenceren
- institutionaliseren
- instrumenteren
- interfolieren
- intermitteren
- jalonneren
- kannibaliseren
- karteren
- lauderen
- macadamiseren
- materialiseren
- mathematiseren
- merceriseren
- metastaseren
- minoriseren
- missioneren
- motoriseren
- mythologiseren
- necrotiseren
- negligeren
- neurotiseren
- ornamenteren
- palissaderen
- paraffineren
- paraisseren
- parlementeren
- periodiseren
- petrificeren
- pirouetteren
- plateren
- platineren
- pointilleren
- pontificeren
- poëtiseren
- predomineren
- prejudiciëren
- premediteren
- presumeren
- problematiseren
- proletariseren
- propaganderen
- proponeren
- prospereren
- psalmodiëren
- rabatteren
- radiograferen
- reaffecteren
- reassureren
- rebelliseren
- reciproceren
- redoubleren
- redresseren
- regionaliseren
- reglementeren
- rembourseren
- renationaliseren
- renonceren
- rentabiliseren
- repasseren
- resisteren
- resorberen
- retarderen
- retrograderen
- revaloriseren
- ritualiseren
- robotiseren
- rolleren
- schandaliseren
- schematiseren
- shamponeren
- soutacheren
- stereotyperen
- stipendiëren
- stresseren
- stukeren
- syncoperen
- teleguideren
- telescoperen
- televiseren
- tenteren
- terrasseren
- thematiseren
- theologiseren
- transigeren
- transmitteren
- travesteren
- universaliseren
- velouteren
- verbureaucratiseren
- veresthetiseren
- verjuridiseren
- vertechniseren
- vulgeren