Slag bij Compiègne
Slag bij Compiègne | ||||
---|---|---|---|---|
Onderdeel van de Frankische Burgeroorlog | ||||
Datum | 26 september 715 | |||
Locatie | Compiègne | |||
Resultaat | Neustrische Frankische overwinning | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
|
Frankische Burgeroorlog | ||
---|---|---|
De Slag bij Compiègne werd gestreden op 26 september 715 in het Picardische Compiègne en was de eerste echte slag van de Frankische Burgeroorlog die volgde op de dood van Pepijn van Herstal, hertog van de Franken, op 16 december 714.
Achtergrond
[bewerken | brontekst bewerken]De Merovingische koning Dagobert III had Raganfrid tot nieuwe hofmeier benoemd - dit was in strijd met de keuze van Pepijn die zijn kleinzoon Theudoald als opvolger had aangeduid. Hierop stuurde Plectrudis, de weduwe van Pepijn, haar kleinzoon Theudoald met een leger naar het zuiden om Dagobert op andere gedachten te brengen. Nabij Compiègne wordt deze echter opgewacht door een leger onder leiding van de nieuwe hofmeier Raganfrid. In de veldslag die hierop volgt wordt Theudoald verslagen waarna hij naar zijn grootmoeder Plectrudis in Keulen vlucht.
Bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]Volgens Liber Historiae Francorum verloor Theudoald zijn "onschuldig leven" spoedig daarna, maar andere bronnen wijzen erop dat hij nog vele jaren heeft geleefd; het is dus niet duidelijk wat er verder van Theudoald geworden is. Het vervolg is echter wel duidelijk: Karel Martel, de bastaardzoon van Pepijn, ontsnapte spoedig hierna uit de gevangenis van Plectrudis en verzamelt zijn eigen schare aanhangers. Wanneer Dagobert III kort daarop sterft, herbenoemt de nieuwe koning Chilperik II Raganfrid, wiens macht door de adel van Neustrië wordt bevestigd, terwijl de magnaten van Austrasië Karel Martel verkiezen. Plectrudis achtergebleven in Keulen ziet haar plannen doorkruist en zo wordt de oorlog een 3-richtingsconflict.
Literatuur:
- H. Halbertsma, Het rijk van de Friese koningen, opkomst en ondergang, Utrecht, 2001, pp. 88-90.
Middeleeuwse bronnen:
- Fredegarius, Chronicae,
- Continuationes Chronicarum Fredegarii,
- Annales Mettenses,