Karl Lashley
Karl Lashley (Davis (West Virginia), 7 augustus 1890 – Poitiers (Frankrijk), 7 juni 1958) was een Amerikaans behavioristisch georiënteerd psycholoog.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Karl Spencer Lashley werkte na het behalen van zijn Ph.D in de genetica aan de Johns Hopkins Universiteit samen met John Watson, een van de grondleggers van het behaviorisme. In de drie jaar die hierop volgden (1914-1917), legde hij de basis voor zijn latere onderzoekswerk. In 1920 werd hij aangesteld als assistent-professor aan de Universiteit van Minnesota, Minneapolis waar zijn onderzoek naar hersenfuncties hem een benoeming als hoogleraar opleverde. Later was hij hoogleraar aan de Universiteit van Chicago (1929-1935) en Harvard Universiteit (1935-1955). Hij was ook een tijdlang (van 1942-1955) directeur van het bekende Yerkes Laboratorium van het Primatencentrum in Orange Park, Floria
Werk
[bewerken | brontekst bewerken]Lashley verwierf grote bekendheid door zijn onderzoek naar leren en geheugen. Zijn onderzoek richtte zich vooral op de invloed van laesies op het leren van doolhoven (maze learning) bij ratten. Omdat hij niet in staat bleek in de hersenen één specifieke locatie te vinden voor het geheugen (door hem aangeduid als 'engram') concludeerde hij dat het geheugen over de gehele hersenschors verspreid moest zijn. De twee belangrijke door Lashley gepropageerde principes staan bekend als equipotentialiteit en massawerking.
- The behavioristic interpretation of consciousness. Psychological Bulletin (1923)
- Brain mechanisms and intelligence. (1929)
- Basic neural mechanisms in behavior. Psychological Review (1930)