Hernieuwbare energie in de Europese Unie
Anno 2016 bestond 17% van het energieverbruik in de Europese Unie uit hernieuwbare energie.[1] Het gebruik van hernieuwbare energie is belangrijk om zowel de afhankelijkheid van buitenlands import te verminderen, als om de klimaatverandering tegen te gaan.
Beleid en doelstellingen
[bewerken | brontekst bewerken]In 2009 legde de Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie bindende regels op voor alle EU-lidstaten. De doelen waren dat de EU 20% hernieuwbare energie bereikte in 2020 en dat de transportsector tegen dan 10% hernieuwbare energie gebruikte.
Artikel 4 van de Richtlijn Hernieuwbare Energie verplichtte lidstaten om een actieplan op te stellen over hernieuwbare energie voor 30 juni 2010. Deze actieplannen bevatten een stappenplan hoe elke lidstaat zijn doelstellingen voor het aandeel van hernieuwbare energie wilde halen tegen 2020. Lidstaten moesten doelstellingen vastleggen per sector, welke verschillende energiebronnen men verwachtte te gebruiken, het traject dat men wilde volgen en de maatregelen die men wilde nemen om het doel te bereiken. De plannen worden publiek gemaakt en werden geëvalueerd door de Europese Commissie.
Lidstaat | Aandeel in 2005 | Aandeel in 2016 | Doelstelling voor 2020 |
---|---|---|---|
België | 2.2% | 8.7% | 13% |
Bulgarije | 9.4% | 18.8% | 16% |
Cyprus | 2.9% | 9.3% | 13% |
Denemarken | 17% | 32.2% | 30% |
Duitsland | 5.8% | 14.8% | 18% |
Estland | 18% | 28.8% | 25% |
Finland | 28.5% | 38.7% | 38% |
Frankrijk | 10.3% | 16% | 23% |
Griekenland | 6.9% | 15.2% | 18% |
Hongarije | 4.3% | 14.2% | 13% |
Ierland | 3.1% | 9.5% | 16% |
IJsland* | 63.4% | 72.6% | 72% |
Italië | 5.2% | 17.4% | 17% |
Kroatië | 23.5% | 28.3% | 20% |
Letland | 32.6% | 37.2% | 40% |
Litouwen | 15% | 25.6% | 23% |
Luxemburg | 0.9% | 5.4% | 11% |
Malta | 0.0% | 6% | 10% |
Nederland | 2.4% | 6% | 14% |
Noorwegen* | 60.1% | 69.4% | 67.5% |
Oostenrijk | 23.3% | 33.5% | 34% |
Polen | 7.2% | 11.3% | 15% |
Portugal | 20.5% | 28.5% | 31% |
Roemenië | 17.8% | 25% | 24% |
Slovenië | 16% | 21.3% | 25% |
Slowakije | 6.7% | 12% | 14% |
Spanje | 8.7% | 17.3% | 20% |
Tsjechië | 6.1% | 14.9% | 13% |
Verenigd Koninkrijk | 1.3% | 9.3% | 15% |
Zweden | 39.8% | 53.8% | 49% |
* Hoewel geen lid van de EU, hebben ook IJsland en Noorwegen hun actieplan hernieuwbare energie ingediend bij de Europese Commissie.[2] |
Aandeel per energiebron
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ https://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/8612324/8-25012018-AP-EN.pdf/9d28caef-1961-4dd1-a901-af18f121fb2d Share of renewables in energy consumption in the EU reached 17% in 2016, Eurostat News Release, 25 januari 2018. Gearchiveerd op 3 december 2022.
- ↑ National action plans. European Commission. Geraadpleegd op 19 september 2016.