Naar inhoud springen

Hanafuda

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Beginsituatie in een spelletje Koi-Koi

Hanafuda (花札, letterlijk "bloemenkaarten") zijn Japanse speelkaarten die voor verschillende kaartspelletjes worden gebruikt. Op de kaarten staan bloemen en andere planten afgebeeld, alsook verschillende dieren en culturele voorwerpen. De kaarten worden voornamelijk gebruikt in Japan, Zuid-Korea en Hawaï. In het Koreaans heten de kaarten hwatu (화투, letterlijk "bloemengevecht").

Kaartspellen werden voor het eerst in Japan geïntroduceerd door Portugese zeelieden tegen het einde van de 16e eeuw. Gokspelletjes met kaarten werden erg populair in Japan, en de regering verbood kaartspellen in een poging om gokken te verminderen. Mensen begonnen daardoor andere kaarten te maken die minder op Westerse kaarten lijken, maar waarmee nog steeds soortgelijke spellen konden worden gespeeld. Er was geen verbod op uta-garuta (kaartspellen met klassieke gedichten) omdat deze als educatief werden gezien, dus bloemenkaarten hadden soms gedichten erop om ze te vermommen als gedichtkaarten.

In het eind van de 19e eeuw werd het verbod op kaarten opgeheven, waardoor veel nieuwe kaartfabrikanten ontstonden, en het huidige beeld van hanafuda-kaarten al snel standaard werd. Het bedrijf Nintendo is ook origineel opgericht als kaartfabrikant in dezelfde periode, en Nintendo is nog steeds een van de voornaamste fabrikanten van hanafuda-kaarten in Japan.

De kaarten zijn aanzienlijk dikker en kleiner dan Europese speelkaarten: ongeveer 5,5 × 3,5 cm groot en bijna 1 mm dik. Ze worden gemaakt van onbuigzame materialen, meestal van karton en papier in Japan en van plastic in Korea.

In totaal zijn er 48 kaarten, in twaalf series van vier die voor de twaalf maanden van het jaar staan. In Japan zitten bij kaartsets vaak een reserve blancokaart, die ook in enkele spellen wordt gebruikt. In Korea zitten bij kaartsets meestal zes verschillende jokerkaarten die verschillend zijn per fabrikant.

De 48 kaarten in hanafuda worden in de meeste spellen onderverdeeld in vier rangen:

  • 24 gewone kaarten,[a] waar alleen planten op staan afgebeeld,
  • 10 strookjeskaarten,[b] waar naast de plant ook strookjes papier genaamd tanzaku op staan afgebeeld,
  • 9 zaaikaaten,[c] in het Westen vaak "dierenkaarten" genoemd, waar dieren en voorwerpen op staan afgebeeld,
  • 5 lichtkaarten,[d] waar dieren en voorwerpen op staan afgebeeld.

Bij Koreaanse kaarten worden lichtkaarten gemarkeerd met , het Chinese karakter voor "licht", om ze te onderscheiden van zaai-/dierenkaarten. Bij Japanse kaarten moeten de 5 kaarten uit het hoofd geleerd worden.

De vier rangen worden ook vaak respectievelijk 1-punts-, 5-punts-, 10-punts-, en 20-puntskaarten genoemd, naar de waarden van de kaarten in spellen zoals Hachi-Hachi en Hana-Awase, ook al gelden deze puntenaantallen lang niet in alle spellen.

Kaartoverzicht

[bewerken | brontekst bewerken]
Maand,
plant
licht­kaarten
(20 punten)
zaai­kaarten
(10 punten)
strookjes­kaarten
(5 punten)
gewone kaarten
(1 punt)
Januari,

den

kraan­vogel en zon

gedicht­strookje

2 gewone

Februari,

pruimen­bloesem

struik­zanger[e]

gedicht­strookje

2 gewone

Maart,

kersen­bloesem

gordijn

gedicht­strookje

2 gewone

April,

blauwe regen

koekoek

gewoon strookje

2 gewone

Mei,

iris

acht-planken-brug

gewoon strookje

2 gewone

Juni,

pioenroos

vlinders

blauw strookje

2 gewone

Juli,

struikklaver

everzwijn

gewoon strookje

2 gewone

Augustus,

prachtriet

volle maan

ganzen

2 gewone

September,

chrysant

sake-kopje

blauw strookje

2 gewone

Oktober,

esdoorn

hert

blauw strookje

2 gewone

November,[f]

wilg

Ono no Michi­kaze
of paraplu­man

zwaluw

gewoon strookje

1 gewone[g]

December,[f]

Anna Paulowna­boom

Chinese feniks

3 gewone

Voorbeelden van kaarten

[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de meeste spellen die met hanafuda worden gespeeld, is het doel om zo veel mogelijk punten te scoren door kaarten te verzamelen, welke individueel of gecombineerd met andere kaarten punten opleveren. Kaarten worden verzameld door kaarten uit de hand en van een trekstapel te matchen met een kaart van dezelfde maand in het speelveld.

In Japan is het populairste spel Koi-Koi, gevolgd door Hana-Awase en Hachi-Hachi. In Korea is het populairste spel Go-Stop, ook wel bekend als Godori. In Hawaï is het populairste spel Sakura.

  1. Gewone kaarten heten in het Japans kasu (カス, lett.: "bezinksel, rommel, uitschot") of sufuda (素札, lett.: "eenvoudige/onversierde kaarten"), en in het Koreaans pi ()
  2. Strookjeskaarten heten in het Japans tanzaku (短冊) of afgekort, tan (タン). In het Koreaans worden ze tti (, lett: "band, riem") genoemd. In het Engels worden strookjeskaarten regelmatig ribbons (linten) genoemd, ook al stellen het eigenlijk geen linten voor.
  3. Zaaikaarten heten in het Japans tane (, lett.: "zaden"), en in het Koreaans kkeut ().
  4. Lichtkaarten heten in het Japans hikari (, lett.: "licht"), en in het Koreaans gwang (, lett.: "licht").
  5. Vanwege de groen-met-gele kleuren lijkt de vogel op moderne kaarten meer op de zangbrilvogel (Zosterops japonicus) dan op een Japanse struikzanger, maar desalniettemin wordt de kaart in het Japans "struikzanger" (, uguisu) genoemd. Vroeger tekende men de vogel op de kaart met minder bonte kleuren, waardoor hij meer leek op echte struikzangers.
  6. a b November en december zijn in Korea omgedraaid ten opzichte van de standaardvolgorde in Japan.
  7. De donderkaart van de wilg fungeert normaal als gewone kaart, maar in sommige spellen heeft hij een speciale functie, bijvoorbeeld als joker.
[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Hanafuda van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.