Op stap – Rubenshuis in Antwerpen

Na een jarenlange renovatie (sinds 2016) opende het Rubenshuis terug zijn deuren op 30 augustus. De nieuwe ingang (Hopland 13) is gelegen in een hedendaags gebouw van architecten Robbrecht & Daem. Ik liet me met plezier onderdompelen in de Rubens Experience en bezocht nadien de prachtig heraangelegde baroktuin. De woning van Rubens zelf blijft nog wel een tijdje gesloten (vermoedelijk tot 2030).

Via een trap kwam ik in de ondergrondse ruimte waar op het uur een film start over het leven van Rubens in het Nederlands en op het half uur in het Engels. Het deed me een beetje denken aan de populaire immersive experiences omdat hij op verschillende grote schermen te zien is. De ruimte is op het eerste gezicht aan de kleine kant,  maar met de verschillende interactieve belevingszones ben je wel een tijdje zoet.

Peter Paul Rubens (1577-1640) is één van de grootste Antwerpse kunstschilders aller tijden. In een installatie ontdek je de plaatsen die voor hem belangrijk waren in Antwerpen. Bij de kunstquiz dien je te raden welk van de twee getoonde schilderijen van de hand van Rubens was. Zijn bekende zelfprotret hangt er uiteraard ook. Daarnaast kom je meer te weten over zijn studies, inspiratiebronnen en basisingrediënten. De begeleidende teksten zijn zowel in het Nederlands, Frans, Engels als Duits.

De weelderige tuin verbindt het nieuwbouwgedeelte met de binnenkoer en de historische woning waar Rubens woonde. Dries Van Noten gaf hiervoor kleuradvies. Naast 450 taxushagen, 17.427 planten die afwisselend bloeien en 40 citrusbomen staan er ook heel wat bankjes waarop je kan plaatsnemen om te genieten van deze groene oase midden in de stad.

Het was een aangenaam bezoek waar ik op een eigentijdse en leuke manier heel wat opgestoken heb van Rubens. Wie denkt in een stoffig museum met talrijke schilderijen van hem terecht te komen heeft het mis. Je maakt vooral kennis met de persoon zelf en met hoe hij werkt.

12 euro (gratis met Museumpas)
Hopland 13, Antwerpen

Wilde Vijg & Venkel, een jaar in de Italiaanse keuken  – Letitia Clark

Toen ik ontdekte dat Nigella Lawson fan was van Letitia Clark was ik heel benieuwd naar dit nieuwe kookboek.
Letitia Clark is afkomstig van Devon, het zuidwesten van Engeland. Ze behaalde een Master in de Engelse literatuur en volgde daarna een opleiding aan de Leiths School of Food & Wine in Londen. In 2017 verhuisde ze naar Sardinië.

Haar eerste boek “Bitterzoete Honing” is volgens The Times één van de beste kookboeken van 2020 en ook The New York Times raadde het aan. Haar tweede boek “La Vita è Dolce” (juni 2021), gewijd aan Italiaanse zoetigheden, won een Nederlandse award voor “het mooiste kookboek van 2022”. “Wilde Vijg & Venkel” kwam uit in april 2024 en momenteel werkt ze aan een boek over citroenen.

“Wilde Vijg & Venkel” bevat recepten uit de Italiaanse keuken, zonder enige twijfel mijn favoriete keuken! De zes jaar dat Letitia er nu woont, observeerde ze haar Sardijnse schoonfamilie, vrienden en omgeving. Sardinië is een heel traditionele streek en de belangrijkste pijlers in een gezin zijn daar familie en voedsel. Via het boek kunnen we een jaar rond meekijken in de keuken van Letitia. De heerlijke recepten volgen de vier seizoenen. De Sardijnse keuken is immers een echte seizoenskeuken waarin lokale producten worden gebruikt. Deze worden op minder dan één kilometer verbouwd en vormen de basis van de maaltijden. In het boek staan ook prachtige foto’s van het leven op Sardinië en natuurlijk ook van de smakelijke gerechten. Je gaat er instant van watertanden!

Uit dit mooie boek probeerde ik al een aantal gerechten uit. Vooral de kip met venkel en druifjes was heerlijk en makkelijk voor als er bezoek komt. Ook de lasagne viel enorm in de smaak en kan je op voorhand klaarzetten.

Deze blog kwam tot stand door een samenwerking met L&M books die mij een exemplaar toestuurden.

Wilde Vijg & Venkel, Letitia Clark
ISBN 9789023017325
Uitgeverij Becht.       
29.99 €

SLOT LOEVESTEIN in Poederoijen

Nadat ik via de loopbrug bij de receptie was gekomen, kreeg ik daar een plattegrond. Een audiogids is niet beschikbaar maar in elke zaal hangt wel de nodige info – zowel in het Nederlands als in het Engels – of je kan via IZI-travel de route ontdekken. Na de lezing en de lunch in Museumcafé De Taveerne besloot ik op ontdekking te gaan.

Als je de receptieruimte verlaat, kom je op een binnenplein terecht. Hier vind je het museumcafé en de soldatenhuisjes. Even verderop is de ingang tot het slot, net als de kruittoren en de munitiekelder die je eveneens kan bezoeken.

“De rijke geschiedenis van Slot Loevestein beslaat ruim 660 jaar. In de Middeleeuwen werd het kasteel gebouwd. Tijdens de Nederlandse Opstand werd het een staatsgevangenis. Later maakte het deel uit van de landsverdediging als vesting van de Oude en Nieuwe Hollandse waterlinie. Eerst woonden hier ridders, later gevangenen en soldaten.”
Sinds 2021 behoort het als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie tot het UNESCO Werelderfgoed.

In 1358 begon Ridder Dirc Loef van Horne met de bouw van een vrijstaande toren. Hij droomde van een kasteel maar daar had hij veel geld voor nodig en daarom vorderde hij een illegale riviertol. Toen de Graaf van Holland dit in 1372 ontdekte, raakte Dirc zijn kasteel kwijt. Loevestein had enkel een militaire functie en werd nooit bewoond door adellijke families. Willem van Oranje liet het slot versterken en binnen de vestingswallen woonden de soldaten. Het kasteel stond leeg en kon perfect dienstdoen als gevangenis. Criminelen zaten er niet, wel politiek en religieus-andersdenkenden. Zo ook Hugo de Groot (1583-1945), grondlegger van het internationaal recht. Zijn vrouw en kinderen woonden bij hem. Maria van Reigersberch, echtgenote van Hugo, bedacht zijn ontsnapping in een boekenkist (1621), wat de meest spectaculaire ontsnapping uit de Nederlandse geschiedenis blijft!

Doorheen het slot maak je ook kennis met de tijdelijke tentoonstelling “Tegenpolen”. Deze gaat over polarisatie en het werd duidelijk dat dat iets van alle tijden is. Ik vond deze expo een beetje het Slot overheersen.

Slot Loevestein zelf spreekt mij persoonlijk niet zo aan, ik heb immers niets met ridders en oorlogen. Het aanwezige personeel is supervriendelijk en behulpzaam. Ik ging op een doordeweekse dag en veronderstel dat alles dan niet op volle toeren draait. Eén van de twee museumcafés was gesloten. Ik had ook gelezen op internet dat je allerlei dingen zelf kon doen, maar daar was ook niets van te merken. De omgeving, het Munnikenland, is prachtig en het moet geweldig zijn om er met een veerpontje naartoe te varen. Op een andere keer wil ik hier nog wel eens komen wandelen en van de natuur genieten!

College “KASTELEN in NEDERLAND”

Ik had me ingeschreven voor een college over kastelen en werd om 11 uur verwacht in Slot Loevestein in Poederoijen. Na ongeveer een uurtje rijden, kwam ik in Munnikenland, een streek waar ik nog nooit van gehoord had. Hoe mooi was het daar en wat imposante dieren liepen er rond! Ik wil hier zeker nog eens naartoe gaan om te wandelen en uitgebreid van het landschap te genieten, maar nu was het doorrijden richting Slot Loevestein.

Het college werd gegeven door Robbie Dell’Aira, kunsthistoricus en kasteeldeskundige. Hij vertelde dat Nederland procentueel gezien de hoogste kasteeldichtheid van Europa heeft. Aanvankelijk waren het er 2700, maar vanaf de 16e eeuw verminderde het aantal drastisch, tot er nu nog ongeveer 550 overgebleven zijn. De provincies waar je de meeste kastelen vindt, zijn Limburg, Gelderland en Utrecht. De bekendsten zijn het Muiderslot, Slot Loevestein en Kasteel de Haar.  
Een kasteel zou men als volgt kunnen definiëren: een middeleeuws gebouw dat de functies van verdedigbaarheid en bewoonbaarheid combineert door het verschaffen van woonruimte en verdedigbaarheid aan een beperkte groep mensen.

In de periode van 1000 tot 1250 werden mottekastelen gebouwd, een houten toren op een kunstmatige heuvel met een houten wal en een gracht errond.
Tussen 1150 en 1350 zien we ronde en veelhoekige kastelen en vanaf 1275 vierhoekige, allemaal gebouwd volgens eenzelfde patroon. Kastelen werden een statussymbool en dienden minder voor de verdediging. Tussen 1225 en 1450 werden vooral woontorens, zaaltorens en compacte zaaltorenkastelen (zoals Slot Loevestein) gebouwd.
1530 is het einde van het middeleeuws kasteel. Ze krijgen dan een andere rol want ze voldoen niet langer aan de eisen van de verdedigbaarheid door het ontstaan van vuurwapens en kanonnen. Er verdwijnen veel kastelen door oorlogsgeweld en verval. De adel was in die tijd nog hoofdzakelijk katholiek en omdat ze in Nederland niets meer mochten, vluchtten ze massaal naar Vlaanderen en verslechterde de toestand van hun kastelen steeds meer.
In de 17e en 18e eeuw, ten tijde van Louis XIV, was de Franse adel dol op alles wat Italiaans was en begon men met het bouwen van chateau’s in U-vorm (zoals het kasteel van Versailles). Deze dienden niet om in te wonen, maar hadden een representatieve functie (feesten, opera’s, toneel,…). Paleis het Loo is duidelijk geïnspireerd op Versailles.
De 19e eeuw was de eeuw van de romantiek en dan krijgen kastelen weer een nieuwe rol. Europese schrijvers richtten zich immers op kastelen en ridders (Ivanhoe, les Misérables,…). Daarnaast worden er ook restauratiearchitecten ingezet (oa Eugène Emanuelle Violet-le-Duc en Pierre Cuypers in Nederland die Kasteel de Haar en het Muiderslot restaureerde)
In de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw was er een aversie tegen de adel en was onderzoek doen naar kastelen echt “not done”. Sinds 15 jaar gebeurt er nu wel echt wetenschappelijk onderzoek naar zowel de kastelen als naar de adel wat het verhaal compleet maakt.
Momenteel worden kastelen als cultuurdragers gezien maar vaak stelt zich ook een nieuw probleem, nl. de disneyficatie. Hiermee wordt bedoeld een doorgeschoten commercialisering. Het onderhoud van kastelen is ontzettend duur en op sommige plaatsen loopt de manier om aan geld te komen echt de spuigaten uit.

Ik ben dol op kastelen en vond het een heel interessante lezing. Nadat ik geluncht had in Museumcafé De Taveerne ging ik Slot Loevestein ontdekken (waarover een andere keer meer).

Houden jullie van kastelen bezoeken?

« Place m’as tu vu » in Knokke

Zoals ieder jaar verblijf ik de maand september in Knokke in hetzelfde appartement als vorig jaar. Deze keer verliep het niet zo vlot en botste ik op enkele problemen, maar daar gaat dit stukje nu niet over.
Ik wil het hebben over het Albertplein of de “Place m’as tu vu” zoals het ook wel wordt genoemd. Dit is één van de bekendste en indrukwekkendste pleinen aan de Belgische kust en na vele jaren zijn de werken eindelijk volledig afgerond. Wat is het een prachtige plek geworden!

Het plein wordt gedomineerd door Sphere, een imposante glazen koepel op een groot schaakbord waar witte en zwarte tegels elkaar afwisselen. De dôme is ontworpen door Philippe Samyn and Partners. Er zijn geen dragende structuren en je kan echt spreken van een wereldprimeur op architecturaal vlak. De koepel telt meer dan 2000 driehoekige raampjes afwisselend van spiegelend en ontspiegeld glas. Langs de kant van de zee staat het bronzen beeld “de poëet” van de Rus Ossip Zadkine uit 1956. Aan de andere kant – die uitkijkt op Hotel The Memlinc – staat een terras.

Op 5 juli opende brasserie Sphere zijn deuren. De uitbater – Memlinc Hotel – bekostigde de inrichting (1,25 miljoen euro). De keuken bevindt zich op niveau -1, net als de toiletten van de private ondergrondse parking die de bezoekers kunnen gebruiken. De moderne mediterrane gerechten worden verzorgd door de Mexicaanse Luisa Garcia Vazquez.

Het statige 4-sterrenhotel The Memlinc zal eind maart 2025 – na 101 jaar – zijn deuren sluiten. Het oudste familiehotel is het enige nog resterende hotel met frontaal zeezicht in Knokke. In het verleden logeerden er bekende zangers, acteurs en presidenten. Gelukkig is het een beschermd gebouw waardoor er weinig zal veranderen aan het uitzicht, maar binnenkort worden er dus luxe appartementen in ondergebracht. Uiteraard was ik er al vaak gepasseerd maar binnen was ik nog nooit geweest en daarom besloot ik dit op een middag eens te doen.

Op weekdagen is er tussen 12 en 15 uur een lunch aan 18 euro. Op hun Facebookpagina kan je zien wat er die dag op het menu staat. Bij het binnenkomen viel me het mooie en hedendaagse interieur meteen op. Ik kreeg een tablet waarop ik het menu kon raadplegen. Boven de toog hing een groot scherm waar enkele suggesties, de verschillende lunchgerechten van die week, de wijnsuggesties en de cocktail van de maand (ook als mocktail verkrijgbaar) elkaar afwisselden. Het lunchgerecht was kipfilet archiduc met kroketjes. Een glaasje wijn kost 8 euro. De bediening was vriendelijk en goed, ik vond het fijn dat bij het afruimen niet onmiddellijk werd gevraagd of ik nog dessert of koffie wilde.

De lunch in The Memlinc is mij heel goed bevallen en Sphere wil ik binnenkort zeker ook eens bezoeken!

Gezien – Emilia Pérez

Op 28 augustus kwam Emilia Pérez bij ons in de zalen, een Frans-Mexicaanse misdaadfilm van de 72-jarige Franse regisseur Jacques Audiard die zich afspeelt in de drugswereld. Mexico-stad is de locatie waar het gebeurt. De film werd echter niet in Mexico opgenomen, maar in een filmstudio in de buurt van Parijs op vraag van Audiard.

Op 18 mei 2024 ging Emilia Pérez in première op het Filmfestival van Cannes en kreeg er een staande ovatie. De film ontving naast de juryprijs ook de prijs voor beste actrice voor alle hoofdrolspeelsters. Zoe Saldana vertolkt de rol van advocate Rita, Selena Gomez die van Jessi (echtgenote van de drugsbaron) en transactrice Karla Sofia Gascon zien we als Emilia Pérez.

De film begint bij advocate Rita Moro Castro die van de gevreesde Mexicaanse drugskartelleider Manitas Del Monte een onverwachte vraag krijgt…

Deze misdaadfilm is een mooi en verrassend transgenderverhaal. Wat me enorm verbaasde, was dat het een muzikale film was. Musical en drugs gingen in mijn hoofd niet echt samen, tot nu!
De zangstemmen vond ik niet echt fantastisch, maar de zangpartijen pasten – vreemd genoeg – wel mooi in de film. Soms werd er ritmisch a capella gezongen, andere keren twijfelend en met veel emotie.

De film schakelt tussen rechtbankdrama, musical en misdaadfilm maar desondanks voelt Emilia Pérez toch mooi en samenhangend aan. Ik vond het een prachtige, maar onverwachte film waar verschillende actuele thema’s aan bod kwamen, een absolute aanrader!

De film duurt 130 minuten
Op Rotten Tomatoes behaalde hij 87%  en op IMDb 7,4/10

De Canelé van Bordeaux op het Antwerpse Zuid!

In de gerenoveerde Fierensblokken op de hoek van de Kronenburgstraat opende begin juni Café Canelé met de heerlijke gebakjes uit Bordeaux. Je kan ze zowel ter plaatse proeven als meenemen naar huis. Ellen, de zaakvoerster, volgde in Bordeaux een bijscholing om haar canelékes te perfectioneren. Het gebakje heeft een zacht hart en een knapperige gekarameliseerde buitenkant. Er zijn vier verschillende smaken beschikbaar: vanille, chocolade, aardbeien en matcha.

De canelé is, naast de wijn, dé trots van Bordeaux! Volgens de legende zou het gebakje afkomstig zijn uit het Couvent des Annonciades. In de 18e eeuw maakten de nonnen zoete lekkernijen met de eierdooiers die ze van de wijnbouwers kregen. Deze gebruikten enkel de eiwitten om hun wijn te maken. De nonnen brachten een dun laagje deeg aan op een buis, cannelé, en bakten het in reuzel.
Op het einde van de 20e eeuw werd vanille en rum aan het originele recept toegevoegd en werd het enorm populair. In 1985 toen de Confrérie du Canelé de Bordeaux werd opgericht besloot men de tweede “N” uit de naam te verwijderen en zo werd “canelé” een collectief merk dat geregistreerd werd bij het Institut National de la Propriété Industrielle.

Het is een gebakje met heel simpele ingrediënten (melk, bloem, eierdooiers, boter, suiker, vanille en rum). Het beslag is vloeibaar en lijkt op dat van pannenkoeken. Na 24 uur rusten kan het gebakken worden in kleine cilindrische gecanneleerde koperen vormpjes, die één voor één ingevet worden met bijenwas. Hierdoor is de korst erg krokant. Ze worden gebakken op verschillende temperaturen, eerst op een heel hoge temperatuur om de buitenkant te karameliseren, nadien stelselmatig lager.

Eigenlijk kende ik dit gebakje nog niet, maar ondertussen vind ik het echt heel lekker. Toen ik het boek Madame Bonheur las, dat ook deels in de Bordeauxregio afspeelt, kwamen daar ook canelé’s in voor!

Gelezen – MADAME BONHEUR – Een Haagse Liefde – Astrid Habraken

Receptioniste Claire vindt het levenloze lichaam van de mysterieuze madame Bonheur op haar hotelkamer in Les Aristocrats in Den Haag. Al tientallen jaren verbleef deze dame er iedere zomer dezelfde twee weken. En dan blijkt dat haar familienaam en het Parijse adres dat ze opgaf niet te kloppen. Claire trekt op onderzoek uit…

De cover van het boek trok me onmiddellijk aan en op het einde merk je hoe goed deze gekozen is. De elementen die een belangrijke rol spelen in het boek, sieren de kaft: een wijnrank, de ooievaar en heel subtiel een brief.
Het boek bestaat uit 36 korte hoofdstukken wat ik altijd een voordeel vind. Zo kan je het makkelijk wegleggen en een volgende keer zonder probleem verder lezen. Dat was nu niet nodig want ik heb het bijna in één ruk uitgelezen!
Het levensverhaal van madame Bonheur speelt zich af in het verleden (vanaf september 1959) terwijl de zoektocht van Claire verloopt in de zomer van 2018. Toch lopen deze twee verhaallijnen heel mooi in elkaar over.
Astrid Habraken toont ons bovendien hoe groot de invloed van de godsdienst was in de jaren ’60 van de vorige eeuw. Het zijn verhalen waar ik al van gehoord had, maar die ik niet verwachtte in dit boek.

Als echte wijn- en Frankrijkliefhebber heb ik genoten van Madame Bonheur. Het verhaal speelt zich af zowel in Parijs als in de wijngaarden van de Bordeauxstreek en Saint-Emilion, een regio waar ik nog nooit geweest ben, maar nu heel graag eens naartoe wil.


De schrijfster gebruikt een heel vlotte schrijfstijl waardoor je als het ware meegezogen wordt in het verhaal en steeds nieuwsgieriger wordt naar het verdere levensverhaal van madame Bonheur dat verrassend blijft tot op het einde.

De schrijfster, Astrid Habraken, werd geboren in Eindhoven en groeide er ook op. Voor de liefde verhuisde ze op haar 21e naar Leiden. Via omzwervingen langs Innsbruck, Erlangen en Rotterdam belandde ze uiteindelijk in Wassenaar.
Als kind hield ze al van lezen en besloot om Nederlandse taal en cultuur te gaan studeren. Toen ze in Duitsland woonde, ontstond het idee om een boek te schrijven en op 8 april 2020 kwam haar eerste roman Verdwaald in Tirol uit.
Ondertussen ontwikkelde zich een nieuw passie: wijn, wat uitgebreid aan bod komt in Madame Bonheur – Een Haagse Liefde, haar tweede boek dat verschenen is op 25 juni 2024.
Naast schrijfster is ze ook onderneemster (onderwijsdeskundige).

Indien je het boek ook graag wil lezen, ga dan even naar mijn instagram, waar ik een exemplaar mag weggeven.

Madame Bonheur – Een Haagse Liefde
Astrid Habraken
ISBN: 978 90 830 5005 8

ONS JAARLIJKS UITSTAPJE NAAR DE CHAMPAGNESTREEK

Zoals ieder jaar gingen we ook nu weer drie dagen naar Epernay.
Uiteraard genoten we van de champagne op de terrassen aan de Avenue de Champagne. Onze favoriet blijft Collard-Picard – waar we zoals gewoonlijk ook een kaas- en charcuterieplankje bestelden – maar ook bij Michel Mailliard was het gezellig zitten. Het terras van Esterlin was mooi, maar de kussens waren nat – en bijgevolg mijn broek ook😞 – en het was de enige plaats waar de bediening tegenviel. Bij De Venoge eten we traditioneel dan weer een champagnesorbetijsje.

Het is ook altijd leuk om een nieuw restaurant te ontdekken. Vorig jaar lukte het niet bij Le Sardaigne omdat we niet gereserveerd hadden en toen belandden we bij Le Stelvio. Deze keer hadden we onze les geleerd en op voorhand een tafel geboekt. We aten een lekkere pasta vongole (met heel veel vongole😊)

Ieder jaar wil ik ook iets nieuws bezoeken en nu had ik mijn oog laten vallen op de Jardin de Vignes. Deze tuin ligt in het verlengde van de Avenue de Champagne, onmiddellijk bij het binnenrijden van Chouilly. Hij werd aangelegd in 2009 en is eigenlijk meer een openluchtmuseum waar je alles te weten komt over de druivensoorten, de wijnstokken, de teeltmethoden door de eeuwen heen en de snoeimethodes. Dit gebeurt via informatiepanelen, meestal in de vorm van een druivenblad. Heel fijn dat je bij het binnenkomen ook een bord aantreft waarop alle wijnstreken van Frankrijk staan.

Bij het naar huis rijden stopten we nog even aan één van de vele kraampjes langs de weg om mirabellen te kopen. Ik lust dat heel graag en hier zie je ze niet vaak meer in de supermarkten. Vijf euro voor 1 kilo, maar thuis bleek het maar 800 gram te zijn🙈

Toch weer erg genoten van ons tripje en uiteraard ook van de champagne!

Nieuwe hype – Dubai chocoladereep

Een tijdje geleden was er de “crompouce”, maar die heeft moeten plaats maken voor de “Dubai-chocoladereep”!

Alles begon bij Sarah Hamouda, de Brits-Egyptische die in 2021 in Dubai “Fix Dessert Chocolatier” oprichtte. Deze 38-jarige wilde niet gewoon chocoladerepen maken maar een beleving creëren. Het explodeerde toen influencer Maria Vehera in haar auto een chocoladereep at en dit op TikTok plaatste, wat haar al enorm veel views opleverde. De prijs van deze Dubai reep is ongeveer 18 euro voor 200 gram, niet bepaald goedkoop dus! Wat misschien enigszins de prijs rechtvaardigt, is dat ze handgemaakt worden en versierd met een kleurrijk ontwerp dat op iedere chocoladereep ambachtelijk wordt aangebracht.

@mariavehera257

@fixdessertchocolatier WOW, JUST WOW!!! Can’t explain how good these are! When a chocolate, a dessert and a piece of art meet this is what you get! 🍫 “Can’t Get Knafeh of it,” “Mind Your Own Busicoff,” and “Crazy Over Caramel.” Order on Instagram Chatfood or Deliveroo and let me know what’s your FIX? Instagram : fixdessertchocolatier #asmr #foodsounds #dubai #dubaidessert

♬ оригинальный звук – mariavehera257

De originele reep is enkel in Dubai te koop, maar ondertussen maken chocolatiers in verschillende landen deze na. Het geheim van de echte reep geeft Hamouda niet prijs. België is nog niet op de kar gesprongen, maar in Nederland is ze al op verschillende plaatsen verkrijgbaar. De Schiedamse De Bonte Koe was één van de eersten. Terwijl het in de zomermaanden bij chocolatiers niet echt druk is, kunnen ze nu de bestellingen niet meer bijhouden en is de reep op verschillende plaatsen uitverkocht.

De chocoladereep heeft een vulling van vloeibare romige pistache en künefe en is zo een echte smaak- en geluidssensatie, net dat waar Hamouda naar streefde. Het is door de künefe dat je het knisperende geluid krijgt wanneer je erin bijt. Künefe – ook wel gekend als kataifi, kadaifi, of kadayif – is een ingrediënt uit de Mediterrane en Midden-Oosterse keuken dat lijkt op vermicelli en altijd knapperig geserveerd wordt. Je vindt het vooral in desserts in de Griekse, Turkse en Midden-Oosterse keuken.

Ondertussen zijn er al verschillende recepten te vinden op internet om deze chocoladereep zelf te maken, maar daar waag ik me niet aan. Ik hou het wel bij het degusteren!

Heb jij de Dubai-chocoladereep al geproefd?

  • Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
    Aan de slag