haven
Étymologie
[modifier le wikicode]Nom commun
[modifier le wikicode]| Singulier | Pluriel |
|---|---|
| haven \ˈheɪ.vən\ |
havens \ˈheɪ.vənz\ |
haven \ˈheɪ.vən\
- Refuge, abri.
- Exemple d’utilisation manquant. (Ajouter)
- (Marine) Port.
- Exemple d’utilisation manquant. (Ajouter)
- Havre.
- Exemple d’utilisation manquant. (Ajouter)
Composés
[modifier le wikicode]Verbe
[modifier le wikicode]| Temps | Forme |
|---|---|
| Infinitif | to haven \ˈheɪ.vən\ |
| Présent simple, 3e pers. sing. |
havens \ˈheɪ.vənz\ |
| Prétérit | havened \ˈheɪ.vənd\ |
| Participe passé | havened \ˈheɪ.vənd\ |
| Participe présent | havening \ˈheɪ.və.nɪŋ\ |
| voir conjugaison anglaise | |
haven transitif
- Abriter.
- Exemple d’utilisation manquant. (Ajouter)
Prononciation
[modifier le wikicode]- États-Unis : écouter « haven [Prononciation ?] »
- Royaume-Uni (Londres) : écouter « haven [Prononciation ?] »
- Texas (États-Unis) : écouter « haven [Prononciation ?] »
- Connecticut (États-Unis) : écouter « haven [Prononciation ?] »
Paronymes
[modifier le wikicode]Voir aussi
[modifier le wikicode]- haven sur l’encyclopédie Wikipédia (en anglais)
Références
[modifier le wikicode]- ↑ (En anglais) Douglas Harper, Online Etymology Dictionary, 2001–2020 → consulter cet ouvrage
Forme de nom commun
[modifier le wikicode]haven \Prononciation ?\ commun
- Singulier défini de have.
Étymologie
[modifier le wikicode]- Apparenté à haven en anglais, Hafen en allemand, havn en danois, apparenté au vieux norrois haf (« mer »), au néerlandais haf (« lagune »).
Nom commun
[modifier le wikicode]| Nombre | Singulier | Pluriel |
|---|---|---|
| Nom | haven | havens |
| Diminutif | haventje | haventjes |
haven \Prononciation ?\ féminin/masculin
- (Marine) Port.
Een haven aandoen.
- Faire relâche (dans un port), faire escale.
In veilige haven komen.
- Arriver à bon port.
- Havre, refuge.
Een veilige haven.
- Un refuge.
In behouden haven zijn.
- Être hors de danger.
Dérivés
[modifier le wikicode]- aanleghaven
- aanloophaven
- aanvoerhaven
- achterhaven
- afrikahaven
- baarhaven
- balkhaven
- berghaven
- binnenhaven
- brookhaven
- brouwershaven
- buitenhaven
- bunkerhaven
- containerhaven
- diepwaterhaven
- dokhaven
- doorvoerhaven
- eemshaven
- entrepothaven
- getijdenhaven
- getijhaven
- handelshaven
- handhaven
- havenaccommodatie
- havenactiviteit
- havenanker
- havenarbeid
- havenarbeider
- havenarts
- havenautoriteit
- havenbedrijf
- havenbekken
- havenboom
- havenbuurt
- havencapaciteit
- havendam
- havendesk
- havendienst
- havendijk
- havenfaciliteiten (installations portuaires)
- havengebied
- havengeld (droits de port)
- havengetal
- havengeul
- havenhoofd
- haveninrichting
- havenkant
- havenkantoor
- havenkapitein (capitaine de port)
- havenketting
- havenkosten
- havenkraan
- havenkwartier
- havenlicht
- havenmeester
- havenmond
- havenpier
- havenplaats
- havenpolitie
- havenpool
- havenradar
- havenrecht
- havenschap
- havenslib
- havenstad (ville portuaire)
- havenstation (gare maritime)
- havenstraat
- haventijd
- haventong
- havenverkeer
- havenwerker
- havenwijk
- havenziekenhuis
- haverij
- helihaven
- helikopterhaven
- houthaven
- insluithaven
- insteekhaven
- invoerhaven
- jachthaven
- kolenhaven
- kusthaven
- luchthaven
- marinehaven
- merwedehaven
- noodhaven
- oliehaven
- omslaghaven
- oorlogshaven
- oostzeehaven
- optiehaven
- overslaghaven
- parkeerhaven
- pechhaven
- petroleumhaven
- rijnhaven
- ruimtehaven
- schuilhaven
- spoorweghaven
- stonehaven
- thuishaven
- tijhaven
- transitohaven
- uitvoerhaven
- uitwijkhaven
- veerhaven
- vissershaven
- vlieghaven
- vloedhaven
- vluchthaven
- voorhaven
- vrijhaven
- waalhaven
- wereldhaven
- werkhaven
- winterhaven
- zeehaven
- zouthaven
Vocabulaire apparenté par le sens
[modifier le wikicode]Forme de verbe
[modifier le wikicode]haven \Prononciation ?\ (Moins courant)
- Première personne du singulier du présent de havenen.
Taux de reconnaissance
[modifier le wikicode]- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,2 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation
[modifier le wikicode]- Pays-Bas : écouter « haven [Prononciation ?] »
Références
[modifier le wikicode]- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]
Forme de nom commun
[modifier le wikicode]| Neutre | Indéfini | Défini |
|---|---|---|
| Singulier | hav | havet |
| Pluriel | hav | haven |
haven \Prononciation ?\ neutre
- Pluriel défini de hav.
Prononciation
[modifier le wikicode]- (Région à préciser) : écouter « haven [Prononciation ?] »
Catégories :
- anglais
- Mots en anglais issus d’un mot en vieil anglais
- Lemmes en anglais
- Noms communs en anglais
- Lexique en anglais de la marine
- Verbes en anglais
- Verbes transitifs en anglais
- danois
- Formes de noms communs en danois
- néerlandais
- Lemmes en néerlandais
- Noms communs en néerlandais
- Lexique en néerlandais de la marine
- Exemples en néerlandais
- Formes de verbes en néerlandais
- Mots reconnus par 99 % des Flamands
- Mots reconnus par 100 % des Néerlandais
- suédois
- Formes de noms communs en suédois