voorbij
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From Middle Dutch vorebi. Compare English forby, German vorbei.
Pronunciation
[edit]Adverb
[edit]voorbij
- past; just beyond
- (postpositional) past (implying motion)
- En rijd dan niet stilletjes ons huisje voorbij.
- And then don't quietly ride past our house.
- over (finished)
Derived terms
[edit]Descendants
[edit]Preposition
[edit]voorbij
Declension
[edit]Pronominal adverbs of voorbij
preposition | voorbij |
---|---|
postpositional adv. | voorbij |
+ het (it) | ervoorbij |
+ dit (this) | hiervoorbij |
+ dat (that) | daarvoorbij |
+ wat (what) | waarvoorbij |
+ iets (something) | ergens voorbij |
+ niets (nothing) | nergens voorbij |
+ alles (everything) | overal voorbij |