overblijven

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch overbliven. Equivalent to over +‎ blijven.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈoː.vərˌblɛi̯.və(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: over‧blij‧ven

Verb

[edit]

overblijven

  1. (intransitive) to remain
  2. (intransitive, chiefly primary education) to spend lunch at school

Conjugation

[edit]
Conjugation of overblijven (strong class 1, separable)
infinitive overblijven
past singular bleef over
past participle overgebleven
infinitive overblijven
gerund overblijven n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular blijf over bleef over overblijf overbleef
2nd person sing. (jij) blijft over, blijf over2 bleef over overblijft overbleef
2nd person sing. (u) blijft over bleef over overblijft overbleef
2nd person sing. (gij) blijft over bleeft over overblijft overbleeft
3rd person singular blijft over bleef over overblijft overbleef
plural blijven over bleven over overblijven overbleven
subjunctive sing.1 blijve over bleve over overblijve overbleve
subjunctive plur.1 blijven over bleven over overblijven overbleven
imperative sing. blijf over
imperative plur.1 blijft over
participles overblijvend overgebleven
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: oorbly
  • Negerhollands: bliev over

Anagrams

[edit]