De Joodse en de christelijke Paulus
Over Paulus bestaan veel tegenstrijdige opvattingen. Was hij de diepzinnige
grondlegger van het christendom, of verdraaide hij juist de liefdevolle boodschap
van Jezus? Was hij een conservatieve man die klaar stond met de opgeheven vinger
of een revolutionair die streefde naar gelijkheid voor alle mensen? Voor een deel
heeft die veelheid van meningen te maken met de aard van het materiaal waar we
bij Paulus op af moeten gaan: brieven, geschreven aan verschillende groepen
mensen die Paulus meestal persoonlijk kende, over onderwerpen waar ze elkaar al
eerder over hadden gesproken. We luisteren dus mee met een aantal gesprekken
waarvan we maar de helft horen en proberen van die verschillende helften een
samenhangend geheel te maken.
Bijbelse e-mails
Het is goed om daar voorzichtig van te worden: wie van ons zou alleen op basis van
een klein aantal e-mails sommige duidelijk in woede geschreven onze hele
persoon en denkwereld gereconstrueerd willen hebben?
Bij dit proces maakt het veel uit welke flarden van de gesprekken je centraal stelt en
waarover en tegen wie je denkt dat Paulus het heeft. Daarbij helpt het in zekere zin
niet dat Paulus’ brieven in de Bijbel terecht zijn gekomen. Ook voor wie ze probeert
te lezen als eerste-eeuwse brieven, uit een tijd waarin er nog geen idee bestond van
christendom of kerk, kleeft er toch vaak iets van algemeenheid en plechtigheid aan,
of op z’n minst de verwachting dat er een coherente gedachte achter zit die ook voor
ons nog relevant is. Het blijkt moeilijk Paulus te lezen los van de bijna 2000 jaar
christendom waarin hij zo’n grote rol speelde.
Drie visies op Paulus en besnijdenis: de klassieke interpretatie
Om te zien hoe de interpretatie van Paulus samenhangt met ideeën over zijn publiek
en zijn motivatie, kunnen we besnijdenis als voorbeeld nemen. De klassieke
interpretatie van Paulus, vaak toegeschreven aan Luther, stelde dat hij besnijdenis
afwees als een Joodse praktijk, die typisch was voor het belang dat in het Jodendom
werd gehecht aan het volgen van de wet. Daartegenover zou Paulus een innerlijk
geloof verkondigen, dat dergelijke ‘werken van de wet’ afwees. Deze interpretatie
berust op het idee dat Paulus spreekt tegen christenen in het algemeen en dat hij
zich afzet tegen het Jodendom, waarvan hij zich bekeerd had.
Het ‘nieuwe perspectief’
Vanaf de jaren 80 kwam er vanuit het zogenaamde ‘New Perspective’ steeds meer
kritiek op deze traditionele interpretatie. Deze kritiek richtte zich met name op het
beeld van het Jodendom als een beknellende religie waarin men gebukt ging onder
de last van de wet, waar Paulus christenen van zou hebben bevrijd. Daartegenover
benadrukt het nieuwe perspectief dat Joden in Paulus’ tijd leefden vanuit het
verbond met God, waarin duidelijk plaats was voor genade en verzoening.
Het nieuwe perspectief probeert Paulus binnen het Jodendom te plaatsen en niet
erbuiten, en meent dat hij zich alleen verzette tegen die aspecten van de wet die de
grens markeerden tussen Joden en niet-Joden, zoals met name besnijdenis. Paulus
wordt dan gezien als een universalist, die meende dat verschillen tussen mensen in
Christus zijn verdwenen en dus ook niet bevestigd moeten worden door een
lichamelijke markering, die als een teken van de bijzondere status van Joden kon
worden gezien.
Paulus in het Jodendom
De meest recente verschuiving in de interpretatie van Paulus is het idee dat hij
helemaal geen boodschap had voor Joden, laat staan voor ‘het Jodendom’, maar zich
alleen richtte op niet-Joden en hun relatie met God. Voor een Jood zoals Paulus,
meent men in dit ‘Paulus-in-het-Jodendom’ perspectief, hoorden Joden
vanzelfsprekend bij God. Dat lag anders voor wie geen deel was van Gods volk en
daardoor de verkeerde goden vereerde en zondig was. Een beetje gechargeerd stelt
dit perspectief: ‘Jezus redt, maar hij redt alleen niet-Joden’. Joden hebben namelijk
geen redding nodig.
Door Paulus’ brieven te lezen in de context van andere Joodse teksten, vooral waar
het gaat over verwachtingen over de eindtijd, wordt duidelijk dat veel wat hij schrijft
past binnen de uiteenlopende Joodse voorstellingen over wat God uiteindelijk
voorhad met de wereld. Ook het idee dat niet-Joden zich kunnen afkeren van hun
goden en de God van Israël gaan vereren vaak gezien als een kernpunt van Paulus’
breuk met het Jodendom of met Joods ‘particularisme’ was deel van die bredere
eindtijdverwachting. Verschillende elementen die in andere voorstellingen over de
eindtijd voorkomen, zoals een Messias gestuurd door God, opstanding van de doden,
een goddelijk oordeel, en de redding van (een deel van) de volken, komen bij Paulus
terug en maken dat zijn boodschap te begrijpen is als een specifieke versie van een
bestaande Joodse traditie.
Geen besnijdenis voor niet-Joden
Paulus’ verzet tegen besnijdenis is in dit perspectief speciaal gericht tegen
besnijdenis van niet-Joodse mannen, omdat dat hun bekering tot het Jodendom
ritueel zou markeren. Voor Paulus moeten zij niet overgaan tot het Joodse volk,
maar kunnen ze, nu het einde eraan komt, juist als vertegenwoordigers van de
andere volken God vereren, samen met Joden. Dat Paulus niet-Joden aanduidt als
‘de voorhuid’ een term die in het Grieks minstens zo vreemd en plastisch moet
hebben geklonken als voor ons, ook al wordt dat meestal weg-vertaald geeft aan
hoezeer het verschil tussen Joden en anderen het uitgangspunt van zijn denken was,
en trouwens ook hoe androcentrisch Paulus’ benadering was. In het afwijzen van
besnijdenis voor bekeerlingen stond Paulus als Jood niet alleen en deze houding
impliceert niet dat hij ook tegen de besnijdenis van Joodse jongetjes op de achtste
dag na de geboorte moet zijn geweest. Deze twee vormen van besnijdenis konden
onderscheiden worden en verschillend gewaardeerd.
Hoe populair wordt de Joodse Paulus?
Het interessante bij deze meest recente visie is dat Paulus’ houding tegenover
besnijdenis goed voor Joden, maar niet voor niet-Joden, omdat die zich niet tot het
Jodendom hoeven te bekeren niet direct aansluit bij vragen die lezers van zijn
brieven tegenwoordig hebben. Zowel het klassieke als het nieuwe perspectief
bieden stof voor christelijke theologie en filosofie, voor vragen over geloof en werk,
vlees en geest, universaliteit en verschil. Daarvoor is het essentieel dat Paulus het
over ‘de mens’ in het algemeen heeft, of op zijn minst over ‘de man’. Wanneer de
‘Paulus-in-het-Jodendom’ visie zijn boodschap samenvat als: ‘beste niet-Joden, door
Christus hoeven jullie niet Joods te worden om God te vereren’, dan zijn we
misschien wel gauw klaar met Paulus. Die boodschap was in de geschiedenis zo
succesvol dat die vanzelfsprekend is geworden, maar zegt niets over mensen in het
algemeen.
Het is dan ook de vraag hoe welkom deze on-revolutionaire Joodse Paulus zal zijn in
de theologie en de bredere cultuur. De behoefte om in Paulus een historisch
keerpunt te hebben, op wie we essentiële kenmerken kunnen projecteren niet
alleen van het christendom, maar ook van de westerse cultuur, is groot. De visie van
Alain Badiou, bijvoorbeeld, berust op het idee dat Paulus een dramatische
omwenteling in het denken veroorzaakt en een universeel subject oproept dat
eerder niet bestond. Volgens politiek filosoof Larry Siedentop zag Paulus als eerste
de morele gelijkheid van alle mensen, en speelde daarmee een cruciale rol in het
ontstaan van de notie van het individu en van westers liberalisme. Socioloog Daniel
Dubuisson beschouwt Paulus als de uitvinder van religie en als de grondlegger van
‘het Westen’, omdat hij als eerste op het idee zou zijn gekomen om aan alle mensen,
ongeacht hun etniciteit, een visie op de wereld te verkondigen. Er staat dus nogal
wat op het spel als we de christelijke Paulus, die de wereld deed schudden, verruilen
voor de Joodse Paulus, die geloofde dat het einde eraan kwam.
De echte Paulus?
Wat mij betreft is er veel te winnen wanneer de vermeende culturele eigenheid van
het westen niet langer expliciet of impliciet gebaseerd zou worden op een breuk met
het Jodendom, in de persoon van Paulus. Aan de andere kant zit er ook een risico
aan het gretig omarmen van de Joodse Paulus, die een onschuldig slachtoffer is van
latere misinterpretatie, die hem anti-Joods heeft gemaakt. Het suggereert dat er een
echte Paulus is, met een hogere autoriteit, die we duidelijk kunnen onderscheiden
van zijn problematische uitleggers, die een valse, niet-historische Paulus hebben
gecreëerd. En dat als we die echte Paulus in ere herstellen, zijn problematische, antiJoodse schaduw er vanzelf niet meer zo toe doet. Ik denk dat het belangrijk is te
erkennen, ook wanneer we de brieven toeschrijven aan een Joodse denkwereld, dat
het de christelijke Paulus is, die gezichtsbepalend is geworden in geloof en cultuur.
Van hem zijn we niet zomaar af.
Voor het ‘Paulus-in-het-Jodendom’ perspectief:
Pamela Eisenbaum, Paul Was Not a Christian: The Original Message of a
Misunderstood Apostle (San Francisco: Harper One, 2009)
Paula Fredriksen, Paul: The Pagan's Apostle (New Haven: Yale University Press, 2017)
Mark D. Nanos en Magnus Zetterholm (red.), Paul within Judaism: Restoring the
First-Century Context to the Apostle (Minneapolis: Fortress Press, 2015)
Genoemde literatuur:
Alain Badiou, Paulus: De Fundering van het Universalisme (Kampen: Ten Have 2008)
(La fondation de l’universalisme (Parijs: Presses Universitaires de France, 1997)).
Larry Siedentop, Inventing the Individual: The Origins of Western Liberalism
(London: Allen Lane, 2014)
Daniel Dubuisson, The Western Construction of Religion: Myths, Knowledge, and
Ideology (Baltimore: The Johns Hopkins University Press, 2003)