Naar inhoud springen

vind

Uit WikiWoordenboek
  • vind
vervoeging van
vinden

vind

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vinden
    • Ik vind. 
  2. gebiedende wijs van vinden
    • Vind! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vinden
    • Vind je? 
     In de natuur vind ik rust en vrede om na te denken en te bidden.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
Naar frequentie 3033

vind, g

  1. (meteorologie) wind
    • vind
    Naar frequentie 3924
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   vind     vinden     vinder     vindene  
    genitief   vinds     vindens     vinders     vindenes  

    vind, m

    1. (meteorologie) wind
    • vind
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   vind     vinden     vindar     vindane  

    vind, m

    1. (meteorologie) wind
    • vind
    vinds enkelvoud meervoud
      onbepaald bepaald onbepaald bepaald
      nominatief     vind     vinden     vindar     vindarna  
      genitief     vinds     vindens     vindars     vindarnas  

    vind, g

    1. (meteorologie) wind