schurftig
Uiterlijk
- schurf·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schurftig | schurftiger | schurftigst |
verbogen | schurftige | schurftigere | schurftigste |
partitief | schurftigs | schurftigers | - |
schurftig [1]
- (medisch) met schurft besmet
- (figuurlijk), (pejoratief) doortrapt, immoreel
- Het is niet best als je voor schurftige hond wordt uitgemaakt
- Het woord schurftig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schurftig" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %