rivieraaltje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rivieraaltje    (hulp, bestand)
• IPA: / riˈviralcə / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• ri·vier·aal·tje

Woordherkomst en -opbouw

• [1] afgeleid van  rivieraal zn  met het achtervoegsel -tje
• [2] samenstelling van  rivier zn  en  aaltje zn 

Zelfstandig naamwoord

het rivieraaltje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rivieraal
2. dim. tant. (wormen) bepaald soort nematode, Rhabditoides fluviatilis 

Verwante begrippen

[2] rondwormen (nematoden):

•  aaltje  
•  azijnaaltje  
•  bedrieglijk maiswortelknobbelaaltje  
•  bedrieglijk maïswortelknobbelaaltje  
•  bladaaltje  
•  cysteaaltje  
•  draadworm  
•  gaapworm  
•  haarworm  
•  maïswortelknobbelaaltje  
•  maiswortelknobbelaaltje  
•  mijnworm  
•  spoelworm  
•  wortelknobbelaaltje  +

Gangbaarheid

• Het woord 'rivieraaltje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.