moedwillig
Uiterlijk
- Geluid: moedwillig (hulp, bestand)
- moed·wil·lig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | moedwillig | moedwilliger | moedwilligst |
verbogen | moedwillige | moedwilligere | moedwilligste |
partitief | moedwilligs | moedwilligers | - |
moedwillig
- expres, opzettelijk, met (boze) opzet, weloverwogen
- De moedwillige vernielingen door de hooligans maakten de mensen zeer boos.
- De Russische pro-Kremlin krant Komsomolskaja Pravda kreeg vannacht veel aandacht nadat een gedeelte uit een bericht werd verwijderd. Abusievelijk of moedwillig werd gemeld dat grote aantallen Russische militairen in Oekraïne zijn gesneuveld. In het artikel, waarin het Russische ministerie van Defensie werd geciteerd, stond dat sinds het begin van de oorlog 9861 soldaten zouden zijn omgekomen en 16.153 gewond zijn geraakt. Het bericht werd na online publicatie korte tijd later aangepast. [2]
1. expres, opzettelijk, met boze opzet, weloverwogen
- Het woord moedwillig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "moedwillig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ moedwillig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ www.parool.nl (22 mrt 2022)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be