Naar inhoud springen

jul

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: jul.
  • jul

dejulm

  1. (afkorting) zevende kalendermaand, juli
    «Gesloten: 5 jul 2011 en 19 jul 2011.»
    Op 5 en 19 juli 2011 gesloten.
  • Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven: jul., maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een maand gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten[1].
  • jul
  • Afkomstig van het Oudnoorse jól.

jul g

  1. (religie) Kerstmis
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   jul     julen     jule     julene  
genitief   juls     julens     jules     julenes  
    • jul
    • Afkomstig van het Oudnoorse jól.

    jul g

    1. (religie) Kerstmis, kerstfeest
      «Vi ønsker deg en riktig god jul, og et smart nytt år!»
      Wij wensen u een vrolijk kerstfeest, en een voorspoedig nieuw jaar!
    2. (verouderd) joelfeest
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   jul     m: julen
    v: jula  
      juler     julene  
    genitief   juls     m: julens
    v: julas  
      julers     julenes  
    • jul
    • Afkomstig van het Oudnoorse jól.

    jul v

    1. (religie) Kerstmis, kerstfeest
    2. (verouderd) joelfeest
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   jul     jula     juler     julene  
    genitief                

    jul m

    1. juli
    • Cyrillische transcriptie: јул.


    Maanden in het Servisch
    Cyrillisch:
    Latijns:

    јануар
    januar
    januari
    фебруар
    februar
    februari
    март
    mart
    maart
    април
    april
    april
    мај
    maj
    mei
    јун, јуни
    jun, juni
    juni
    јул, јули
    jul, juli
    juli
    август
    avgust
    augustus
    септембар
    septembar
    september
    октобар
    oktobar
    oktober
    новембар
    novembar
    november
    децембар
    decembar
    december

    jul m

    1. juli


    Maanden in het Servo-Kroatisch
    januar
    januari
    februar
    februari
    mart
    maart
    april
    april
    maj
    mei
    jun
    juni
    jul
    juli
    avgust
    augustus
    septembar
    september
    oktobar
    oktober
    novembar
    november
    decembar
    december
    • jul
    • Afkomstig van het Oudnoorse jól.

    jul g

    1. (religie) Kerstmis
    juls enkelvoud meervoud
      onbepaald bepaald onbepaald bepaald
      nominatief     jul     julen     jular     jularne  
      genitief     juls     julens     julars     jularnes