bosvogel
Uiterlijk
- bos·vo·gel
- samenstelling van bos zn en vogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosvogel | bosvogels |
verkleinwoord | bosvogeltje | bosvogeltjes |
de bosvogel m
- (dierkunde) vogel wiens leven zich vooral in het bos afspeelt
- Het woord bosvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal