Naar inhoud springen

scharnier

Uit WikiWoordenboek
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Een scharnier.
  • schar·nier
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beweeglijke verbinding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1732 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord scharnier scharnieren
verkleinwoord scharniertje scharniertjes

het scharniero

  1. een draaibaar verbindingsstuk tussen twee voorwerpen
    • Ik zal dat piepende scharnier eens een drupje olie geven. 

Naam met scharnieren.

  • Jan Vermast van Gelderzande tot Machelen.
vervoeging van
scharnieren

scharnier

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scharnieren
    • Ik scharnier. 
  2. gebiedende wijs van scharnieren
    • Scharnier! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scharnieren
    • Scharnier je? 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]