Naar inhoud springen

Remigius van Reims

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De doop van Clovis I door Remigius van Reims
Frans, anoniem, ca. 1500, National Gallery of Art, Washington D.C.

Remigius van Reims (Frans: Saint Remi; Oudnederlands: Sint-Remijs) (Cerny-en-Laonnois, ca. 437 – Reims, 13 januari 533) was een Frankisch bisschop van Reims. Hij wordt vereerd als heilige in de Rooms-Katholieke Kerk.

Levensbeschrijving

[bewerken | brontekst bewerken]

Gregorius van Tours vermeldt in zijn Historia Francorum dat Remigius in het jaar 458 op 18-jarige leeftijd tot bisschop werd verkozen, wat zijn ambtstermijn als bisschop ongewoon lang maakt. Volgens dezelfde bron doopte Remigius de Frankische koning Clovis I, diens zusters Albofledis en Landechildis, en ongeveer drieduizend Frankische krijgslieden op eerste kerstdag van 496. Dit jaartal wordt niet gestaafd door andere bronnen.

Uit de beschrijving van Gregorius van Tours kan opgemaakt worden dat Remigius onder de Frankische bisschoppen een vooraanstaande plaats innam, iets dat op senioritas zou kunnen duiden, ofwel primus inter pares (eerste onder gelijken). Van een officiële aanstelling tot 'primaat van Gallië' is echter geen sprake.

Ander historisch bewijs voor het bestaan van Remigius is te vinden in de vorm van een brief van hem aan Falco, bisschop van Tongeren-Maastricht, gedateerd rond de jaren 511/512.[1]

Zijn relieken worden bewaard in het voormalige klooster van Saint-Remi in Reims. Op zijn graftombe liet aartsbisschop Hincmar van Reims in 852 vermelden dat Remigius 74 jaar bisschop was. Dezelfde Hincmar noemde hem de "apostel der Franken".

Zijn feestdag valt volgens het Martyrologium Romanum op 13 januari; in het aartsbisdom Reims is dat 1 oktober, traditioneel de datum van de translatie van zijn relieken. Er zijn aanwijzingen dat vroeger ook in de Nederlanden 1 oktober "Sinte-Remijsdag" was, de dag waarop traditioneel rentes afgelost moesten worden.[2] In Maastricht vonden op die dag ambtswisselingen plaats binnen het stadsbestuur en bij de ambachten, en kregen nieuwe wetten rechtsgeldigheid.[3]

In de beeldende kunst is zijn attribuut een duif met een flesje in de snavel, verwijzend naar de doop van Clovis. Verder is hij te herkennen aan zijn bisschopsstaf en mijter.

In Nederland, België, Frankrijk en Duitsland zijn tientallen Sint-Remigiuskerken. Zie Sint-Remigiuskerk.

[bewerken | brontekst bewerken]