Dwight D. Eisenhower
Dwight D. Eisenhower | ||||
---|---|---|---|---|
Dwight David Eisenhower in 1959
| ||||
Geboren | 14 oktober 1890 Denison (Texas) | |||
Overleden | 28 maart 1969 Washington | |||
Politieke partij | Republikeinse Partij | |||
Partner | Mamie Eisenhower | |||
Beroep | Politicus Militair (vijfsterrengeneraal) | |||
Religie | Presbyterianisme | |||
Handtekening | ||||
Website | eisenhower.archives.gov | |||
34e president van de Verenigde Staten | ||||
Aangetreden | 20 januari 1953 | |||
Einde termijn | 20 januari 1961 | |||
Vicepresident(en) | Richard Nixon | |||
Voorganger | Harry S. Truman | |||
Opvolger | John F. Kennedy | |||
|
Dwight David Eisenhower (Denison (Texas), 14 oktober 1890 - Washington, 28 maart 1969) was een Amerikaans generaal en politicus. Hij was de opperbevelhebber/General of the Army (vijfsterrengeneraal) van de Geallieerde strijdkrachten in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog en de 34ste president van de Verenigde Staten (1953-1961).
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Dwight groeide op in Abilene (Kansas) als derde van zeven zonen in het doopsgezinde gezin van David Jacob Eisenhower (1863–1942) en Ida Elizabeth Stover (1862–1946). Hij heette oorspronkelijk David Dwight Eisenhower, maar de twee voornamen werden al spoedig verwisseld, omdat de naam David vaker voorkwam in de familie. De naam Dwight was een vernoeming naar de bekende evangelist Dwight Moody. De jongens werden vaak Ike genoemd, een verkorting van de achternaam Eisenhower. Dwight heeft die koosnaam levenslang gehouden en bij zijn verkiezingscampagne was de slogan “I like Ike”. Zijn voorvader Hans Nicolas Eisenhauer, die uit Karlsbrunn in het huidige Duitse Saarland stamt, was in 1741 met zijn familie naar Lancaster (Pennsylvania) geëmigreerd. In 1892 trokken Eisenhowers vader en moeder naar Abilene (Kansas), waar hij in 1909 afstudeerde aan de Abilene High School. Zijn verdere opleiding genoot hij op West Point, de bekende militaire academie, waar hij afstudeerde in The class the stars fell on. Toen hij gestationeerd werd in Texas ontmoette hij Geneva Doud (1896–1979), met wie hij in 1916 trouwde. Samen kregen zij twee kinderen. De oudste zoon, Doud Dwight Eisenhower (1917–1921), stierf als driejarige kleuter aan roodvonk. De jongste, John Sheldon Doud Eisenhower (1922–2013), bracht het tot brigadegeneraal van de reserve en was daarna van 1969 tot 1971 ambassadeur van de Verenigde Staten in België.
Militaire loopbaan
[bewerken | brontekst bewerken]In de Eerste Wereldoorlog werkte hij in de leiding van het Amerikaanse trainingskamp voor oorlogvoering voor tanks. In die tijd raakte hij zeer geïnteresseerd in gemechaniseerde oorlogvoering, onder meer door zijn discussies met George Patton en andere collega's. Hun ideeën werden echter sterk afgekeurd door hun oudere, superieure generaals. Na de Eerste Wereldoorlog vervulde hij als majoor veel staffuncties. Onder andere werkte hij voor de generaals John J. Pershing en Douglas MacArthur. Ook was hij tussen de twee wereldoorlogen vier jaar verbonden aan het bureau van de onderminister van Oorlog. In het midden van die jaren diende hij in de Filipijnen, waar hij, na zestien jaar als majoor te hebben gefunctioneerd, in 1936 werd benoemd tot luitenant-kolonel. In juni 1941 werd hij benoemd tot stafchef van het 3de Amerikaanse leger van Walter Krueger, dat toen gelegerd was in de buurt van San Antonio, Texas. In september 1941 kreeg hij promotie tot brigadegeneraal. Na Pearl Harbor haalde generaal George C. Marshall hem naar Washington om leiding te geven aan de afdeling die plannen opstelde om Duitsland en Japan te verslaan. In 1942 werd hij benoemd tot commanderend generaal van de Amerikaanse strijdkrachten op het Europese strijdtoneel. In november 1942 leidde hij de Amerikaanse landingstroepen tijdens de gezamenlijke Brits-Amerikaanse invasie in Noord-Afrika, het eerste belangrijke geallieerde offensief in de Tweede Wereldoorlog. Het jaar daarop voerde Eisenhower met succes de invasie op Sicilië aan. Italië kwam later datzelfde jaar nog aan de beurt. Hij onderhandelde een wapenstilstand met de Italiaanse regering in de late zomer en herfst van 1943, nadat premier Pietro Badoglio en koning Victor Emmanuel III Benito Mussolini hadden afgezet. De gevechten die Italië tegen het Duitse leger in Italië duurden echter tot in 1945. Hij werd toen benoemd tot opperbevelhebber van de geallieerde invasie van West-Europa.
Na afloop van de oorlog in Europa voerde Eisenhower het bevel over de troepen die Duitsland bezetten en was hij tevens Chef van de Staf van het Amerikaanse leger. Net als Douglas MacArthur ontving ook Dwight D. Eisenhower vijfmaal de Army Distinguished Service Medal. Na de capitulatie werden tussen één en twee miljoen gecapituleerde Wehrmacht-soldaten gevangen gezet in de z.g. "Rheinwiesenlager", waar zij niet voldoende voedsel en medische verzorging kregen. De meeste schattingen van het aantal slachtoffers in deze kampen variëren van 3.000 tot 10.000. Als antwoord op de verwoesting van Duitsland liet Eisenhower Amerikaans voedsel en medicijnen naar het land komen.
Graden en opdrachten
[bewerken | brontekst bewerken]Dwight David Eisenhower was na zijn studies in militaire dienst van 1915 tot en met 1952 en doorliep alle rangen als officier in het Amerikaanse leger, met daarbij de meest uiteenlopende opdrachten.
Rang | Functie |
---|---|
|
|
Burgerleven
[bewerken | brontekst bewerken]In 1948 legde hij zijn militaire functies neer en werd president van de Columbia-universiteit van New York. Deze terugkeer naar het burgerleven bracht Eisenhower niet meteen in de politiek. Hij weigerde aanbiedingen voor de Republikeinse kandidatuur voor het presidentschap en verliet in december 1950 de universiteit om de eerste opperbevelhebber van de NAVO te worden.
Bij de presidentsverkiezingen van 1952 zou de zittende president Harry S. Truman zich niet herkiesbaar stellen. In de zoektocht naar een opvolger werd Eisenhower in de herfst van 1951 door Truman benaderd met de vraag of hij belangstelling had voor de Democratische kandidatuur. Eisenhower reageerde ontwijkend, maar toen hij zich een paar maanden later liet inschrijven voor de Republikeinse primary in New Hampshire, kende Truman zijn antwoord. De generaal zwichtte nu voor de Grand Old Party en won de Republikeinse nominatie van de conservatieve Robert Taft. Intussen had president Truman een geschikte kandidaat gevonden in de door intellectuelen op handen gedragen Adlai Stevenson, de gouverneur van de staat Illinois. Die verklaarde zich na enig aandringen bereid om voor de Democratische partij op te komen. Eisenhower versloeg Stevenson echter met grote meerderheid.
Presidentschap
[bewerken | brontekst bewerken]Ofschoon Eisenhower de belastingen verlaagde en hoopte de rol van de federale regering te kunnen inperken, leidden de spanningen in de wereld gedurende de Koude Oorlog ertoe dat hij grote budgetten voor militaire doeleinden moest vragen. Het waren de hoogste die ooit in vredestijd aan het Congres waren voorgelegd. Eisenhower won ook de verkiezingen van 1956, met een zo mogelijk nog grotere overwinning op Stevenson.
Eisenhower was geschokt door de Holocaust, maar zei dat hij de oprichting van Israël niet zou hebben gesteund als hij president was geweest in 1948. Maar nu deze staat eenmaal was gevestigd "moeten we ermee leven". Tijdens de ambtsperiode van Eisenhower hebben een paar incidenten de relatie tussen de VS en Israël onder druk gezet: het Israëlische irrigatieproject van de Jordaan, het bloedbad van Qibya en de Suezoorlog. Geleidelijk aan werd de relatie diplomatiek vriendelijk.[3] Eisenhower was het niet eens met het Israëlische project om Jordaanwater af te voeren naar Israël. Er was een begin van voornemen om financiële hulp voor dat land in te houden (zonder dat de buitenwereld dat zou weten). Uitgerekend toen kwam medio oktober 1953 het door een Israëlische eenheid 101 onder leiding van Ariel Sharon aangerichte bloedbad in Qibya (waarbij 60/69 ? inwoners vermoord werden). Dit was bedoeld als represaille voor de moord op twee inwoners van het Joodse plaatsje Jehud. Het maakte Eisenhowers ongenoegen compleet. Drie jaar later was er de Suezcrisis van 1956: Eisenhower maakt een eind aan de samenzwering van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Israël van wie de legers in Egypte doordrongen. Hij dwong Israël de Sinaï te verlaten. De ophef in de VS over het bloedbad in Qibya was voor vrienden van Israël in de VS en Israëliërs reden om Israël in de VS te gaan verdedigen. De Israël-lobby (die we nu kennen onder de naam AIPAC) ontstond.[4] De regering Eisenhower verdacht deze eerste lobby-club ervan dat ze betaald werd door Israël en wilde dat niet. Daarop kreeg de groep contributie betalende leden.[5]
In 1957 nam Eisenhower een gedenkwaardige beslissing op het gebied van de sociale politiek. Hij forceerde een uitspraak van het Hooggerechtshof die ervoor moest zorgen dat de gescheiden scholen voor blanken en zwarten werden opgeheven. Gouverneur Orval Faubus van de staat Arkansas riep de Nationale Garde te hulp om te voorkomen dat blank en zwart dezelfde school bezochten in staatshoofdstad Little Rock. Eisenhower stuurde er federale troepen op af.
Na de dood van de Sovjetleider Stalin zocht Eisenhower in 1953 naar mogelijkheden voor ontspanning in de Koude Oorlog met de landen achter het IJzeren Gordijn. Hij was aan de macht gekomen op het hoogtepunt van de heksenjacht op communisten, die geleid werd door senator Joseph McCarthy. Bovendien was Eisenhowers minister van Buitenlandse Zaken, John Foster Dulles, bezeten van de bestrijding van wat hij noemde de bedreiging van de wereld door het revolutionaire communisme. De Verenigde Staten steunden daarom de nationalistisch-Chinese regering van Chiang Kai-shek op Taiwan tegen het China van Mao Zedong en vergrootten de steun aan het corrupte regime in Zuid-Vietnam, kwamen met militaire en economische steun dictatoriale regimes in het Midden-Oosten te hulp en verzetten zich tegen president Nasser van Egypte.
De internationale spanning nam af toen Eisenhower in 1959 de Sovjetleider Chroesjtsjov op staatsbezoek ontving. Een afgesproken tegenbezoek werd door de Russen boos afgezegd, nadat een Amerikaans U2-verkenningsvliegtuig boven Russisch grondgebied was neergehaald, waarbij de piloot Gary Powers gevangengenomen werd. Maar ondanks de spanningen kan Eisenhowers presidentschap achteraf toch gezien worden als een periode van betrekkelijke internationale vrede en welvaart in Amerika zelf. De Koreaanse Oorlog eindigde in feite in 1951, al vochten de strijdende partijen tot 1953, het jaar van de wapenstilstand, bitter door.
Na het presidentschap
[bewerken | brontekst bewerken]In 1961 mocht Eisenhower zich na twee termijnen niet meer beschikbaar stellen voor het presidentschap. In zijn afscheidsrede waarschuwde hij voor het militair-industrieel complex. Hij werd opgevolgd door de Democraat John F. Kennedy. Hij wijdde zich vervolgens aan het schrijven van zijn memoires. In het voorjaar van 1969 overleed Dwight D. Eisenhower op 78-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Washington. Tijdens de rouwdienst in Washington National Cathedral noemde president Richard Nixon, die acht jaar lang Eisenhowers vice-president geweest was, hem "de meest bewonderde en gerespecteerde man ter wereld". Hij ligt begraven op het terrein van zijn presidentiële bibliotheek in Abilene, die in 1962 geopend werd. Zijn vrouw Mamie werd na haar dood in 1979 naast hem begraven.
Kabinetsleden onder Eisenhower
[bewerken | brontekst bewerken]Leden | Ministerie | Periode | Bijzonderheden |
---|---|---|---|
John Foster Dulles | Buitenlandse Zaken | 1953 - 1959 | |
Douglas McKay | Binnenlandse Zaken | 1953 - 1956 | |
Charles Wilson | Defensie | 1953 - 1957 | |
Sinclair Weeks | Economische Zaken | 1953 - 1958 | |
George Humphrey | Financiën | 1953 - 1957 | |
Oveta Culp Hobby | Gezondheidszorg, Onderwijs & Welzijn | 1953 - 1955 | |
Herbert Brownell | Justitie | 1953 - 1957 | |
Ezra Taft Benson | Landbouw | 1953 - 1961 | |
Arthur Summerfield | Posterijen | 1953 - 1961 | |
Martin Durkin | Arbeid | 1953 | |
James Mitchell | Arbeid | 1953 - 1961 | |
Marion Folsom | Gezondheidszorg, Onderwijs & Welzijn | 1955 - 1958 | |
Frederick Seaton | Binnenlandse Zaken | 1956 - 1961 | |
Neil H. McElroy | Defensie | 1957 - 1959 | |
Robert Anderson | Financiën | 1957 - 1961 | |
William P. Rogers | Justitie | 1957 - 1961 | Minister van Buitenlandse Zaken onder Nixon |
Lewis Strauss | Economische Zaken | 1958 - 1959 | |
Arthur Flemming | Gezondheidszorg, Onderwijs & Welzijn | 1958 - 1961 | |
Christian Herter | Buitenlandse Zaken | 1959 - 1961 | Secretaris van de Amerikaanse delegatie op de vredesconferentie van Versailles |
Thomas Gates | Defensie | 1959 - 1961 | |
Frederick Mueller | Economische Zaken | 1959 - 1960 |
Onderscheidingen
[bewerken | brontekst bewerken]Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Ingrid Baraitre, Eisenhower en zijn generaals, België Lannoo-Tielt, 2008
- Michael Korda, Ike. An American Hero, New York: Harper, 2007
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Genealogische informatie op nl.rodovid.org
- CBS Reports (1964): "D-Day Plus 20 Years - Eisenhower Returns to Normandy", documentaire met Walter Cronkite
- ↑ (en) The Institute of Heraldry, U.S. Army / U.S. Army Heraldry / Army Insignia of Rank / U.S. Army Officer Rank Insignia / General of the Army. Gezien op 16 juni 2016.
- ↑ De samenwerking tussen Dwight Eisenhower en Fox Conner
- ↑ https://zionismandisrael.wordpress.com/2009/04/05/dwight-eisenhower/. Gearchiveerd op 10 april 2022.
- ↑ https://www.danielpipes.org/610/eisenhower-and-israel-us-israeli-relations-1953-1960. Gearchiveerd op 22 februari 2023.
- ↑ https://www.cambridge.org/core/journals/modern-american-history/article/edge-of-the-abyss-the-origins-of-the-israel-lobby-19491954/E1690BDB5CA87C66B2B65D12CA1D716A. Gearchiveerd op 18 maart 2023.