overjaars

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Genitive of {over + jaar}.

Adjective

[edit]

overjaars (not comparable)

  1. over a year old, of over a year
    Deze kleding is overjaars en niet meer in de mode.
    This clothing is over a year old and no longer in fashion.
    De melk in de koelkast is al overjaars, dus ik denk niet dat het nog goed is om te drinken.
    The milk in the fridge is already over a year old, so I don't think it's still good to drink.
    We hebben overjaars fruit gevonden in de voorraadkast.
    We found over a year old fruit in the pantry.

Declension

[edit]
Declension of overjaars
uninflected overjaars
inflected overjaarse
comparative
positive
predicative/adverbial overjaars
indefinite m./f. sing. overjaarse
n. sing. overjaars
plural overjaarse
definite overjaarse
partitive overjaars