dreigen
Vertalingen
dreigen
drohen, bedrohen, bevorstehen, dräuhenthreaten, menacegronder, menacer, menacer (de)ÙÙÙÙدÙÙدÙvyhrožovattrueαÏειλÏamenazaruhataprijetitiminacciareè ãìííë¤truezagroziÄameaçarÑгÑожаÑÑhotaà¸à¸¹à¹à¹à¸à¹à¸tehdit etmekÄe dá»aå¨è (ËdrÉixÉ(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd dreigde , voltooid deelwoord heeft gedreigd
1. (iemand) bang maken voor iets dat vervelend is met een boycot dreigen om je zin te krijgen een dreigende lucht
2. (van iets dat je niet wilt) bijna gebeuren We dreigen de wedstrijd te verliezen.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.