Juan Manuel de Rosas

politicus uit Argentinië (1793-1877)

Juan Manuel de Rosas (Buenos Aires, Onderkoninkrijk van de Río de la Plata, 30 maart 1793Southampton, Verenigd Koninkrijk 14 maart 1877) was een Argentijns politicus, militaire leider en caudillo die de Argentijnse Confederatie bijna onafgebroken leidde van 1829 tot 1852. Hij vluchtte uit Buenos Aires en leefde ongeveer 20 jaar in ballingschap in het Verenigd Koninkrijk, waar hij stierf in 1877.

Juan Manuel de Rosas
Juan Manuel de Rosas in 1845
Juan Manuel de Rosas in 1845
Geboren 30 maart 1793
Vlag van Argentinië Buenos Aires
Overleden 14 maart 1877
Vlag van Verenigd Koninkrijk Southampton
Politieke partij Unitaire partij (1820-1826)
Federalistische partij (1826-1852)
Religie Katholicisme
Handtekening Handtekening
13de Gouverneur van de provincie Buenos Aires
Aangetreden 6 december 1829
Einde termijn 5 december 1832
Voorganger Manuel Vicente Maza
Opvolger Vicente López y Planes
17de Gouverneur van de provincie Buenos Aires
Aangetreden 7 maart 1835
Einde termijn 3 februari 1852
Voorganger Juan José Viamonte
Opvolger Juan Ramón Balcarce
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Biografie

bewerken

Juan Manuel José Domingo Ortiz de Rosas werd op 30 maart 1793 geboren in Buenos Aires. Hij was het eerste van twaalf kinderen van León Ortiz de Rosas en Augustina López de Osornio. Zijn vader was de zoon van een Spaanse immigrant uit de provincie Burgos. Tot zijn achtste jaar werd hij thuis onderwezen, wat in die tijd vrij normaal was en daarna ging hij naar de beste privéschool van Buenos Aires.

Bij de Britse invasie van Río de la Plata in 1806 werd hij ingezet in het leger om de Britten te verslaan. Hij was toen dertien jaar en moest munitie bezorgen aan de troepen. Na de Britse invasies verliet het gezin Buenos Aires en ging op een estancia (ranch) wonen. Juan Manuel werkte goed samen met de gaucho's, die de landerijen bewerkten, maar liet hen altijd verstaan dat hij de baas was. In 1811 nam hij de leiding over de estancia over en in 1813 huwde hij Encarnación Ezcurra. Hij wilde zelf een carrière uitbouwen en verliet de estancia om een handel te beginnen in gezouten vlees.

Rosas was een voorstander van het kolonialisme, maar aanvaardde in 1816 de onafhankelijkheid. Door de onafhankelijkheid kwam het tot een interne strijd om de macht tussen de provincies en de stad Buenos Aires. De unitaire partij steunde de suprematie van Buenos Aires, terwijl de federalistische partij voor meer autonomie bij de provincies was. Rosas diende in het leger van Buenos Aires. Na het conflict keerde hij terug naar zijn estancia en kreeg hij van de regering nog meerdere gronden als eigendom. Tegen 1830 was hij de tiende grootste grootgrondbezitter van de provincie Buenos Aires, waartoe toen de gelijknamige stad ook nog behoorde. Het gebied bedroeg 170.000 ha.

In 1829 werd hij verkozen tot gouverneur van de provincie Buenos Aires. Als gouverneur had hij veel macht en zijn beleid werd later door historici gezien als een dictatuur. Zijn termijn eindigde in 1832. De volgende jaren was hij bezig met de verovering van het zuiden. Vele grondbezitters verhuisden naar het zuiden van het land, dat voorheen zo goed als onaangeroerd was en enkel door inheemse volkeren bewoond werd. Oorlogsveteranen kregen van Rosas grote lappen grond. Als de indiaanse bevolking zich vrijwillig overgaf werden ze door de Rosas beloond, maar indien ze zich verzetten werden ze vermoord.

In 1835 werd hij opnieuw gouverneur. Hij begon hierna met een totalitair regime. Hij bezat slaven en gaf zelfs een nieuwe stimulans aan de slavenhandel in het land. Tegenstanders van zijn beleid werden verbannen of de mond gesnoerd. Er zouden tussen 1829 en 1852 ongeveer 2.000 mensen geëxecuteerd zijn.

In 1852 werd zijn regime omver geworpen na een verloren oorlog tegen het Braziliaanse keizerrijk, Uruguay en de Argentijnse provincies Entre Ríos en Corrientes. Hij vluchtte naar Engeland waar hij in Southampton verbleef tot aan zijn dood.