Curium

scheikundig element met symbool Cm en atoomnummer 96

Curium is een scheikundig element met symbool Cm en atoomnummer 96. Het is een zilverkleurig actinide.

Curium
1 18
1 H 2 Periodiek systeem 13 14 15 16 17 He
2 Li Be B C N O F Ne
3 Na Mg 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Al Si P S Cl Ar
4 K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
5 Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
6 Cs Ba Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
7 Fr Ra ↓↓ Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
 
Lanthaniden La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
Actiniden Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Algemeen
Naam Curium
Symbool Cm
Atoomnummer 96
Groep Scandiumgroep
Periode Periode 7
Blok F-blok
Reeks Actiniden
Kleur Zilverwit
Chemische eigenschappen
Atoommassa (u) 247,06
Elektronenconfiguratie [Rn]5f7 6d1 7s2
Oxidatietoestanden +3, +4
Elektronegativiteit (Pauling) 1,3
Atoomstraal (pm) 174
1e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) 580,85
Fysische eigenschappen
Dichtheid (kg·m−3) 13300
Smeltpunt (K) 1618
Kookpunt (K) 3383
Aggregatietoestand Vast
Smeltwarmte (kJ·mol−1) 15
Molair volume (m3·mol−1) 18,57 · 10−6
SI-eenheden en standaardtemperatuur en -druk worden gebruikt,
tenzij anders aangegeven
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Ontdekking

bewerken

In 1944 is curium voor het eerst geproduceerd door Glenn Seaborg, Ralph James en Albert Ghiorso aan de Universiteit van Californië - Berkeley en geïdentificeerd door onderzoekers van het Argonne National Laboratory in Chicago. Door plutonium in een cyclotron te bombarderen met α deeltjes ontstond 242Cm. Drie jaar later lukte het Louis Werner en Isadore Perlman om een aantoonbare hoeveelheid curiumhydroxide te produceren. In 1951 werd curium voor het eerst in zuiver elementaire vorm geproduceerd.

 
Marie Curie

Curium is genoemd naar Marie Curie uit respect voor het werk dat zij had verricht op het gebied van radioactiviteit.

Toepassingen

bewerken

Curium is slechts in beperkte mate beschikbaar en wordt daarom vrijwel uitsluitend voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt. Er bestaan vermoedens dat curium kan worden gebruikt als thermo-elektrische bron. Curium is ook toegepast als α bron voor de Alpha Proton X-Ray Spectrometer die naar de planeet Mars is gestuurd.

Opmerkelijke eigenschappen

bewerken

Sommige curiumisotopen (zoals 248Cm) zijn tot op heden slechts in orden van milligrammen geproduceerd. Van andere isotopen (bijvoorbeeld 242Cm en 244Cm) zijn grotere hoeveelheden geproduceerd en zodoende kan er onderzoek worden verricht naar de eigenschappen van dit element. Verscheidene verbindingen van curium zijn bekend en beschreven, zoals curium(III)oxide en curium(III)chloride. Chemisch gezien vertoont curium veel overeenkomsten met gadolinium, maar de kristalstructuur is complexer.

Verschijning

bewerken

In uiterst kleine hoeveelheden wordt curium aangetroffen in uraniumerts als gevolg van natuurlijk verval. Deze hoeveelheden zijn commercieel gezien niet interessant. Voor wetenschappelijke en industriële toepassingen wordt curium geproduceerd door plutonium te bombarderen met neutronen.

Isotopen

bewerken
  Zie Isotopen van curium voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Stabielste isotopen
Iso RA (%) Halveringstijd VV VE (MeV) VP
245Cm syn 8500 j α 5,623 241Pu
246Cm syn 4730 j α 5,475 242Pu
247Cm syn 1,56×107 j α 5,353 243Pu
248Cm syn 3,40×105 j α 5,162 244Pu
250Cm syn 9700 j α 3,700 246Pu

Er zijn 19 radioactieve curiumisotopen bekend. Met een halveringstijd van zo'n 16 miljoen jaar is 247Cm het stabielst.

Toxicologie en veiligheid

bewerken

Aangezien curium niet in noemenswaardige hoeveelheden in de biosfeer wordt aangetroffen, zijn de risico's nihil. In nucleaire onderzoekslaboratoria waar curium wel voorkomt dient het met grote zorgvuldigheid te worden behandeld, omdat curium zich in botstructuren kan ophopen waarna het als gevolg van de radioactiviteit rode bloedcellen kan vernietigen.

bewerken
Zie de categorie Curium van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.