Avatar Wiki
Advertisement
Boek 1:Water in de Legende van Aang
(De Watermeester) Aarde >> Vuur >>
1 De Jongen in de IJsberg (101)
2 De Avatar Keert Terug (102)
3 De Zuidelijke Luchttempel (103)
4 De Krijgers van Kyoshi (104)
5 De Koning van Omashu (105)
6 Gevangen (106)
7 Midwinter Deel 1: De Geesten Wereld (107)
8 Midwinter Deel 2: Avatar Roku (108)
9 De Watermeester-rol (109)
10 Jet (110)
11 De Grote Afgrond (111)
12 De Storm (112)
13 De Blauwe Geest (113)
14 De Waarzegster (114)
15 Bato van de Waterstam (115)
16 De Deserteur (116)
17 De Noordelijke Luchttempel (117)
18 De Watermeester (118)
19 De Slag om het Noorden Deel 1 (119)
20 De Slag om het Noorden Deel 2 (120)
   





De Watermeester
We zien Pakku met links en rechts achter zich een aanzwellende golf sturend.
Informatie
BoekWater
Hoofdstuk Nummer18 van de 61
Productie Code

Boek 1 Water
Hoofdstuk 18
118

Hoofdstuk Nummer van de 52
Productie Code

Fanon

Originele vertoon datum•18 november, 2005 (Engels)
Hoofdstukken Gids
← Vorige"De Noordelijke Luchttempel"
Volgende →"De Slag om het Noorden Deel 1"
Artikelen over dit Hoofdstuk (21)
Afbeelding gallerij dit Hoofdstuk (20)
Artikelen over Watersturen (14)
Afbeelding gallerij Watersturen (10)
Afbeelding gallerij Noordpool (18)
{{{catalogi}}}
{{{catalogi}}}

De Watermeester is het achttiende hoofdstuk van Boek 1: Water. De productie code is 118.

De groep wordt verwelkomt bij de Noordelijke Waterstam. Het hoofd van de stam geeft een groot feest ter ere van de aankomst van de Avatar op de Noordpool. Sokka ontmoet Prinses Yue, waar hij op slag verliefd op wordt. Aang en Katara proberen te watersturing te leren van meester Pakku, maar deze weigert Katara te onderwijzen Katara neemt dit niet en komt uiteindelijk voor de stamraad te staan om les te krijgen. Ze daagt Pakku uit, tijdens hun gevecht verliest Katara haar ketting. Deze blijkt door Pakku aan haar grootmoeder gegeven te zijn. Pakku voelt zich twee keer gewonnen door dezelfde vrouw en beslist om ze toch allebei te onderwijzen. Admiraal Zhao huurt piraten om het probleem Zuko te verwijderen. Maar Zuko overleeft het en sluipt aan boord van het vuurnatie vlaggenschip als Zhao zijn vloot klaar heeft voor een aanval op de Noordpool.

Het Verhaal[]

Een koala bever zwemt op zijn rug en duikt snel onder als een grote schaduw dichtbij komt. We zien Appa laag over het water scheren. Sokka hang achterop over de bagage en zegt dat hij echt niet wil klagen, maar vraagt dan of Appa niet wat hoger kan vliegen. Appa's poten raken het water, Aang draait zich om op de kop van Appa en zegt boos dat hij een idee heeft, ze kunnen bij Sokka op de rug gaan zitten, dan kan hij ze naar de Noordpool vliegen. Sokka vind dat een prima idee en nodigt iedereen uit op zijn rug te klimmen, hij is klaar om op te stijgen terwijl hij met zijn achterste wiebelt. Momo laat dit zich geen tweede keer zeggen en klimt op zijn rug. Katara probeert de gemoederen wat te bedaren en zegt dat ze allemaal een beetje moe en knorrig zijn omdat ze al twee dagen vliegen. Sokka vraagt waarom ze dan zo lang vliegen, ze kunnen die Noorder waterstam toch niet vinden, er is hier niets. Ze vliegen over zee en her en der drijft een ijsschots. Plotseling klinkt geraas van krakend ijs, ze kijken waar dit vandaan komt, en Aang moet hard aan de teugels trekken om Appa op tijd uit een ijsschots te houden die vlak voor hen uit het water schiet. De schotsen schieten links en rechts uit het water en Appa heeft moeite om er niet tegenaan te vliegen. Een volgende ijsschots bevriest om Appa's rechts midden poot. Hij is nu echt uit balans en onze vrienden kunnen zich op de rondtollende Appa maar ternauwernood vasthouden. Appa stort tollend in het water dat direct om hem heen bevriest. Van alle kanten komen er catamarans aangevaren, watermeesters achterop zorgen voor de aandrijving en een zestal watermeesters aan dek hebben de ijsschotsen gemaakt. Katara zegt dat het watermeesters zijn. Ze roept blij uit dat het de waterstam is, Sokka stond met zijn boemerang in de aanslag. Appa is nu het midden van een ijsschots aan zes zijden ingesloten door waterstam catamarans.

We zien een vuurnatie haven, diverse schepen liggen aan steigers, een tentenkamp daar vlakbij en bovenop een heuvel een rijk versierde tent omringd door wachten. Zhao staat in de tent voor een wereld kaart die aan de wand hangt, en zegt dat de Avatar naar het Noorden gaat. Hij zegt dat de Avatar moet leren watersturen en een leraar zoekt bij de Noordelijke waterstam. Zes andere officieren zitten in twee rijen op de grond. Een van de officieren vraagt waar ze nog op wachten, ze moeten hem gewoon te pakken nemen. Zhao zegt kapitein Li geduld te hebben, het is geen klein aarde dorpje dat ze zo innemen. De waterstam is een grootse natie, ze hebben honderd jaar strijd niet zomaar overleeft. De koude toendra is gevaarlijk, het landschap zelf is al een ijzig bastion, dat vraagt een enorme invasiemacht.

Noorder Stad[]

Appa zwemt nu te midden van de waterstam catamarans, Aang staat op op zijn hoofd en roept dat het daar is. Hij wijst naar een meters hoge muur van ijs te midden van nog hogere ijswanden. Het embleem van een maan en golven hangt duidelijk aan de muur, wachttorens en verschansingen complementeren het kasteel achtig uiterlijk. Katara mijmert de Noordelijke waterstam. Sokka complementeert en zegt net zo dromerig dat ze de bestemming bereikt hebben. Vier catamarans begeleiden Appa en ze varen recht op de muur af. De watermeesters aan boord sturen en een enorme tunnel, verschijnt in de muur, groot genoeg voor Appa en de andere schepen. Zodra ze aan de ander kant van de muur zijn sluit de tunnel. De katamarans zijn buiten gebleven. Binnen zijn nog meer hoge ijs muren, op de muren staan rijen watermeesters. Watermeesters aan de zjikant laten water uit reservoirs in de sluis stromen waardoor Appa en onze vrienden stijgen, Watermeesters op de muur verder de stad in sturen de muur waarop zijzelf staan omlaag. Katara vindt het niet te geloven hoeveel watermeesters hier wonen. Aang denkt dat een leraar vinden vast geen probleem is. Zodra de binnen muur omlaag is worden ze voorgegaan door een watergestuurde catamaran. Een statig kanaal met totem achtige pilaren leid naar de binnen muur.

Appa zwemt door de kanalen van de stad en overal trekken ze bekijks, blijkbaar komen hier niet veel vreemdelingen. Langs de kanalen zijn kades die ook als voetpad gebruikt worden. Overal stroomt water en staan mensen te kijken, Aang is dolgelukkig met alle aandacht en zwaait naar iedereen terug. Ze varen onder bruggen en langs fonteinen. Een mooi gedecoreerde gondel vaart in tegen gestelde richting. Sokka ziet in de gondel een mooi meisje zitten met blauwe ogen en wit haar. Hij bloost en droomt weg, Katara zegt dat het hier mooi is, en Sokka bevestigd dat hij haar mooi vindt.

Dansje[]

Het is een afnemende maan verlichtte nacht, waar we aan een steiger een vuurnatie schip zien liggen. Van het dek klinken vrolijke dramyin of Liuqin of Pipa of Ruan geluiden, er zijn vier man aan dek rond een vuurtje muziek aan het maken. Iroh zingt "Winter lente zomer en herfst, Winter lente zomer en herfst, vier seizoenen, vier liefdes, vier seizoenen, vol liefde . . ." en twee personen dansen langs. Hij wordt onderbroken door Zhao die met twee vuurwachters in vol uniform het dek op komt.

Verslikken[]

Een hoge waterval achter een hoog pagode ijspaleis, langs het gebouw komen diverse stromen weer als gelijke watervallen verder omlaag. Onderaan deze watervallen staan drummers op een podium aan weerszijden van een grote fontein. Het rechthoekige plein is aan drie kanten voorzien van trapsgewijs oplopende terrassen met daarop lange tafels en daarachter tientallen mensen. Onze vrienden zitten vooraan aan het banket. Appa krijgt ook een vracht groenvoer, hij gromt hongerig en de sjouwers vluchten van schrik, Sokka vindt dit wel grappig. Enkele mensen laten een groot plateau in een bak met warm water zakken. De stam oudste, midden aan de tafel waar ook onze vrienden zitten, verwelkomt hier vanavond hun broeder en zuster uit de Zuiderstam. Katara en Sokka kijken trots en blij. De woordvoerder gaat verder dat ze een speciaal iemand hebben meegebracht, iemand waarvan velen hier dachten dat hij van de aardbol verdwenen was: de Avatar. er volgt een applaus en gejuich. Hij vervolgt dat ze ook de zestiende verjaardag van zijn dochter vieren, prinses Yue, ze heeft nu de huwbare leeftijd. Yue dankt haar vader, vervolgens vraagt ze of de grote oceaan en maan geesten hen willen beschermen in deze harde tijden. De stamoudste kondigt nu een demonstratie aan van meester Pakku. De meester staat met twee studenten op het podium voor de centrale fontein. De drie sturen water uit grote potten die voor het podium staan. Drie grote gladde water slierten gaan omhoog en draaien om elkaar heen, versmelten en kronkelen weer omhoog om als drie grote druppels te blijven zweven. Er volgt een luid applaus. De stuurders gaan door en later de druppels als slierten om zichzelf, daarna als een sliert om alle drie tegelijk en daarna om ieder apart heen draaien. Sokka heeft zijn mond meer dan vol, maar als de mooie Yue naast hem komt zitten, slikt hij snel en stelt zich voor als Sokka van de Zuiderwaterstam. Yue zegt dat ze het leuk vindt hem te ontmoeten. Beiden weten ze verlegen even niet meer wat te zeggen. Sokka verbreekt het zwijgen en concludeert dat zij prinses is, ze knikt, hij gaat verder dat hij thuis eigenlijk ook een soort van prins is. Katara moet hierom hardop lachen en vraagt waarvan hij dan prins is. Sokka zegt dat het van een heleboel is, en hij zegt bezig te zijn een gesprek te voeren. Katara verontschuldigt zich beleefd en met een buiging. Sokka gaat verder tegen Yue, hij zegt dat het erop lijkt dat hij hier nog wel even zal zijn, Hij vervolgt dat hij dacht dat ze samen een activiteit zouden kunnen doen. Yue herhaalt stralend een activiteit doen. Sokka is even volledig van zijn à propos, en stopt zijn mond snel vol met eten. Katara zegt dat hij heel koel doet.

Stam hoofd Arnook stelt Avatar Aang voor aan meester Pakku. Deze zegt Aang dat deze geen speciale behandeling hoeft te verwachten alleen omdat het zijn lot is de wereld te redden. Aang zegt dat Katara en hij graag van de meester willen leren. Hij gaat verder dat ze eerst even een paar dagen willen rusten. Meester Pakku zegt dat als hij uit wil rusten, hij maar naar een tropisch eiland moet gaan, anders ziet hij ze morgenvroeg. Hij wenst hen een goede nacht en gaat.

Iroh komt binnen in een schemer duistere kajuit waar Zuko op zijn bed zit. Zuko zegt hem dat dit de laatste keer is dat hij moet zeggen dat hij niet op de tsungi hoorn zal spelen. Iroh zegt daar niet voor te komen, hij komt betreffende hun plannen want ze hebben een beetje een probleem. Zhao komt binnen en zegt dat hij zijn bemanning overneemt. Zuko barst uit met een "Wat!" Zhao zegt ze nodig te hebben voor een kleine expeditie naar de Noordpool. Zuko vraagt Iroh om bevestiging. Deze zegt bang te zijn van wel, hij neemt iedereen mee, zelfs hun kok, en hij snift even. Zhao zegt dat hij het jammer vindt dat Zuko er niet bij kan zijn als hij de Avatar vangt, hij wil niet dat hij hem weer in de weg loopt. Zuko neemt woedend enkele passen in hun richting, maar Iroh houd hem tegen. Zhao loopt naar de muur waar twee kromzwaarden hangen, hij kijkt en heeft het vermoeden dat hij deze zwaarden eerder heeft gezien. Hij denkt terug aan de gemaskerde die de Avatar hielp ontsnappen. Dergelijke zwaarden waren in handen van de zogenaamde Blauwe Geest. Hij zegt Zuko dat hij niet wist dat deze met kromzwaarden had leren omgaan. Zuko reageert direct dat hij dat niet heeft en dat de zwaarden antiek en voor de sier zijn. Zhao vraagt Iroh of deze misschien de Blauwe Geest kent. Iroh zegt dat hij er geruchten over gehoord heeft, maar niet gelooft dat hij echt bestaat. Zhao legt uit dat hij wel bestaat, een crimineel is en een vijand van de vuurnatie, maar hij heeft het gevoel dat het recht hem snel zal achterhalen. Hij wandelt de kajuit uit en zegt generaal Iroh dat het aanbod nog steeds geldt, mocht hij zich nog bedenken.

Nee![]

Aang en Katara lopen naar de waterstuur school, deze vind plaats op het terras waar ook het diner was, net onder het pagode paleis. Hier staan ook de versierde pilaren, deze blijken gemaakt van grote gestapelde potten. Katara zegt dat ze hier al haar hele leven op wacht, ze gaat gaat eindelijk studeren bij een echte watermeester. Meester Pakku is met een grote druppel bezig, hij verandert hem van vorm en houd de druppel als een spiraal tussen zijn handen. Aang roept een goede morgen naar meester Pakku. Deze laat de druppel vanuit een mooie vorm ineens gaan en uiteenvallen in kleine druppels. Meester Pakku zegt dat hij maar raak mag schreeuwen, en dat hij zich niet aan het concentreren is of zo. Aang gaat hier niet op in en stelt Katara voor, de andere waterstuurder waar hij het over had. Meester Pakku zegt dat het hem spijt, maar dat er waarschijnlijk een misverstand is. Hij maakt een blok ijs en gaat erop zitten, hij zegt dat Aang niet verteld had dat Katara een meisje was. Hij vervolgt dat het in hun stam verboden is voor vrouwen om te watersturen. Katara vraagt verontwaardigt waarom hij haar niets wil leren, zij is niet de halve wereld om gereisd om nee te horen van hem. Pakku geeft een kort nee. Katara stelt dat er toch wel vrouwelijke watermeesters zullen zijn in deze stam. Pakku zegt dat hier de vrouwen van Yugoda leren om te helen met watersturing. Hij denkt dat zij haar wel als haar leerling wil aannemen, ondanks haar slechte gedrag. Katara legt uit dat zij niet wil helen, maar wil vechten. Pakku zegt dat hij dat ziet, maar hun stam heeft gewoontes, regels. Katara zegt dat ze dat onzin vindt. Aang staat haar bij en zegt dat het niet eerlijk is. Hij gaat verder dat als hij Katara niet traint dan. . Pakku staat op en vraagt dan wat. Aang roept erachteraan dat hij dan niet zijn leerling wil zijn, hij keert zich om en loopt weg. Pakku zegt hem het dan zichzelf maar te leren, het zal hem vast goed afgaan. Katara roept hem te wachten en zegt Pakku dat hij het niet meende, Ze haalt Aang in en zegt hem zijn watersturings lessen niet af te zeggen voor haar, hij moet het leren van meester Pakku. Ze voegt er aan toe dat het inderdaad wel een nare vent is. Aang gaat weer terug naar het les veld en Katara gaat terug omlaag naar de stad. Pakku zegt Aang dat ze dan maar gaan beginnen. Hij demonstreert het draaien met een grote water druppel en die naar de tegenstander, hier Aang, te slingeren.

Sokka loopt over een brug, als net dan een gondel met prinses Yue er onderdoor vaart. Hij ziet haar en roept haar naam gevolgd door een goeiemorgen. Hij rent een wenteltrap af en sprint over de kade om de gondel in te halen. Hij zegt dat het een bijzonder diner was gisteravond, en dat haar vader wel weet hoe hij een feestje moet geven. Ze zegt dat ze blij is dat hij het naar zijn zin heeft gehad. Sokka verklaart dat het niet zo leuk meer was nadat zij weggegaan was. Ze bloost een beetje. Sokka bloost nu ook. Hij hoopt nog steeds dat ze elkaar vaker kunnen zien. Ze vraagt of een activiteit doen zoiets is. Sokka bevestigd een beetje stamelend ergens, een tijdje. Yue zegt dat dat haar heel leuk lijkt. Ze wijst een brug aan en zegt dat ze elkaar daar vanavond kunnen zien. Sokka groet en zegt dat hij haar zal blub, hij valt voorover in het water waar de kade een hoek maakt en de gondel niet. Yue schrikt, kijkt of het goed gaat, grinnikt dan wat en zegt sorry. Sokka is met een beweging weer op de kade en zegt dat het niet geeft, en valt languit en stomend op het ijs zeggend dat het het waard was. Hij zegt nog, tot vanavond, terwijl Yue allang verder is.

Smakelijk Goud[]

We zien weer de vuurnatie haven met de grote tent op de heuvel. Zhao zit aan zijn bureau en heeft een kistje voor zich staan. Hij zegt dat hij het zeer onder de indruk is, jullie lijken mij zeer geschikt een karweitje voor mij uit te voeren. Voor het bureau staat een volledige piraten bemanning, inclusief de gemene reptiel vogel. De piraten kapitein trekt het kistje naar zich toe en maakt het open. Piraat Oh, achter hem pikt een stuk goud uit het kistje en zegt dat dit smakelijk goud is, de kapitein pikt het direct weer terug in het kistje. Hij vraagt wat ze voor hem moeten doen. Zhao neemt aan dat ze bekend zijn met prins Zuko. Hij heeft een gemene grijns op zijn gezicht.

We zien een straatje in de ijsstad, alle huizen, straten, daken alles is van ijs gemaakt. We zien een model-lichaam met lijnen erop getekend. Een hand leidt water over de lijnen en laat het over de lijnen verspreiden en pulseren. Katara komt de ruimte binnen en ziet een vijftal kinderen rond een badje zitten, in het midden van het badje is een rechthoekig eiland waar het model-lichaam op ligt, ernaast zit een oudere dame. Ze zegt hallo en vraagt of de oudere dame Yugoda is. Deze vraagt heel vriendelijk of zij hier is voor de helings lessen. Katara kijkt eens rond naar de andere studenten en zegt dat ze denkt van wel. De ruimte galmt als Yugoda haar een welkom, Welkom heet. Katara neemt plaats aan het hoofd eind van het model.

We zien Aang oefenen met watersturen vanaf de trap naar het paleis, waar ook enkele kinderen zitten te kijken. Aang slingert een flinke druppel voor zich, heen en weer schommelend op zijn benen en iedere keer het water naar de hoogste hand leidend. Pakku zit een potje te stuur-roeren en zegt dat Aang het water in het rond beweegt, maar dat hij duwt en trekt zonder gevoel. De waterdruppel van Aang is niet helemaal mooi rond en gestroomlijnd, meer een beetje gekreukeld. Aang zegt dat hij het probeert. Pakku slurpt stomende slierten uit zijn potje, hij zegt dat deze beweging te moeilijk is voor Aang. Hij moet eens iets eenvoudigers proberen. Aang laat de druppel voor zich op de grond uiteen spatten, draait zich om en gromt boos, al zijn spieren gespannen.

Verloofd[]

We zien de helings school van Yugoda, de kinderen helpen elkaar om de model-lichaam mee naar buiten te dragen. Katara loopt naar Yugoda en bedankt haar voor de les. Yugoda vraagt wie de gelukkige is. Katara begrijpt niet waar ze het over heeft. Yugoda wijst op haar ketting en zegt dat ze toch een verlovings ketting om heeft. Ze vraagt of ze inderdaad snel gaat trouwen. Katara bekijkt haar ketting en zegt lachend ontkennend dat ze denkt daar niet klaar voor te zijn. Ze verteld dat haar grootmoeder haar moeder deze ketting gaf, en haar moeder gaf hem weer aan haar. Ineens bekijkt Yugoda de hanger nu van dichtbij en zegt dat ze deze inscriptie herkent. Ze snapt niet dat ze hem niet eerder herkende, ze kijkt nu naar Katara en zegt dat ze het evenbeeld is van Kanna. Katara deinst terug bij die naam, en vraagt even te wachten, en vraagt hoe zij weet hoe haar oma heet. Yagoda verklaart dat toen Kanna zo oud was als Katara, zij en Kanna vriendinnen waren. Ze zegt dat Kanna hier geboren is, bij de Noorder stam. Katara kijkt opzij en zegt dat ze dat nooit verteld heeft. Yugoda zegt dat haar grootmoeder uitgehuwelijkt werd aan een jonge watermeester, die deze ketting voor haar maakte. Katara vraagt waarom, als haar oma verloofd was, ze dan vertrok. Yugoda zegt dat ze dat niet weet, dat is altijd een raadsel voor haar geweest, ze ging weg zonder afscheid te nemen.

Iroh schreeuwt "Succes!", hij doet de deur van Zuko's kajuit open en zegt dat hij hem een goede reis moest wensen van de bemanning. Zuko snauwt dat hij de groeten mag doen aan die verraders. Iroh stelt voor om mee te gaan op een ommetje, het is zo'n mooie avond. Het zou hem zeker goed doen. Of je blijft lekker in je sombere kamer zitten, als dat je gelukkig maakt. Iroh loopt het liedje Vier Seizoenen te neuriën als hij het schip verlaat. Een reptiel vogel schiet als een duistere schim langs. Drie duistere figuren rennen een beetje gebukt de loop plank op en steken het dek over. Het is Oh die met zijn maten touwen met een haak over de reling hangt om een vrachtje op te hijsen uit een klein roei bootje. Ze tillen twee vaten op het dek. Een piraat laat het lichte vat springstof bijna vallen en Oh fluistert hem toe op te passen met die springstof. Oh draait de cabine deur met een klonk van slot. Zuko hoort iets en staat op, hij zegt oom. hij doet de deur open en vraagt nogmaals of zijn oom het is. Op de gang is het stil, hij loopt van dekking naar dekking door het schip. Aan dek strijkt Oh een lucifer aan en legt deze tegen het lont, de drie piraten rennen van de loopplank af. Het lont knettert rustig verder, door de deur en naar de vaten met lichte springstof die tegen elkaar staan. Zuko is in de stuurhut aangekomen. Er gebeurt hier niets, of toch wel, op de reling geeft een reptiel vogel een krijs. Zuko kijkt wat dit is en herkent de vogel. De vogel vliegt weg en Zuko hoort een doffe dreun, Het schip spat in een tiental opeenvolgende explosies uit elkaar. We zien Zuko door vlammen omgeven in de stuurhut staan, het zou kunnen dat hij met een vuurschild de ergste klap van de explosie weet te weerstaan. We zien Iroh ergens op een bergpaadje die de explosies hoort en de rookpluim tussen de heuvels ziet. Hij rent terug naar het schip. Hij staat op de steiger, kijkt in het water en naar de vlammenzee die het hele schip verwoest. Hij spreekt zacht Zuko's naam. De haven ligt bezaait met brandende resten van het schip.

Het is avond in de Noorder stad, een gondel vaart door een grachtje, er ligt een gondel afgemeerd aan een kade en we zien iemand de wenteltrap van een brug oprennen. Yue staat midden op de brug over het muurtje hangend. Sokka komt stilletjes dichterbij hij laat haar een beetje schrikken als hij haar bij naam begroet. Hij zegt iets voor haar te hebben, hij heeft het zelf gemaakt. Yue bekijkt het ding en probeert uit te vinden wat het zou kunnen zijn. Er is een oogje te herkennen, verder heeft het nog vier uitsteeksels. Ze gokt dat het een beer is. Sokka zegt dat het eigenlijk een vis voorstelt, hij draait het wat, wijst een van de uitsteeksels aan en zegt dat het een vin heeft. Yue verontschuldigd zich en zegt dat ze een fout heeft gemaakt, ze had niet met hem moeten afspreken en ze rent weg. Sokka gooit zijn ding in frustratie over de reling in het kanaal.

We zien een van de ijsgebouwtjes, ergens in de stad. Katar vraagt hoe het met de krijger training gaat. Sokka trapt zijn slaapzak aan de kant. Aang vraagt of het zo slecht gaat. Sokka ontkent dat het met de training te maken heeft, het is prinses Yue, hij begrijpt het niet, het ene moment wil ze met hem uit en daarna kan hij ophoepelen. Hij vraagt hoe het met haar lessen gaat. Aang antwoord dat meester prakku haar geen les geeft omdat ze een meisje is. Sokka stelt voor dat Aang haar dan les geeft. Katara klaart op en vindt dat een heel goed idee. Ze zegt dat Aang s' avonds haar de bewegingen kan doorgeven van meester Pakku. Zo heeft hij iemand om mee te oefenen en kan zij leren watersturen, iedereen blij. Sokka zegt dat hij niet blij is. Katara zegt dat hij nooit blij is en roept Aang mee te komen.

Op een van de kades staan Aang en Katara klaar om te oefenen. Aang legt uit dat het volgens Pakku gaat om zinken en drijven. Hij neemt een sliert water uit de gracht en stuurt hem door naar Katara. Ze neemt de sliert over en maakt er een grote druppel van, Ze roept uit dat ze het kan, ze laat het water als een sliert rondjes draaien. Ineens gaat het water er als een razende sliert vandoor en draait om haar benen en armen zonder dat ze iets doet. Aang roept uit dat dat fantastisch was. Katara zegt dat zij dat niet deed en kijkt omhoog waar de sliert water ook heen ging. Bovenop de brug staat Pakku en hij laat het water als een rij messen in het muurtje van de brug schieten. Aang verklaart dat hij Katara wat bewegingen voordeed. Pakku zegt verontwaardigd dat hij de vloer aanveegt met hem, zijn lessen en zijn hele cultuur. Aang probeert zich nog te verontschuldigen. maar Pakku zegt dat hij niet langer welkom is als zijn leerling en hij verdwijnt in de stad.

Tribunaal[]

In het paleis zien we een grote ronde opening waaruit een stroom water naar beneden valt, Ervoor hangt een hoog baldakijn boven een tribune op rijk versierde zuilen. Het water stort neer achter de stam oudsten. Onze vrienden staan voor de tribune. Arnook vraagt of zij willen dat hij meester Pakku dwingt om Aang weer als leerling te nemen. Katara staat voorop en vraagt of hij dat inderdaad wil doen. Hij zegt dat hij vermoedt dat deze zich zal bedenken als zij haar trots opzij zet en haar excuses aanbied. Katara buigt haar hoofd en kijkt naar Aang. Ze geeft toe. Pakku zegt de kleine meid dat hij wacht. Katara balt haar vuisten en barst uit dat zij niet haar excuses gaat aanbieden aan zo'n oude zuurpruim als hij. Bij iedere beweging stuurt Katara en de vloer begint te barsten, het hele gebouw schud en trilt. Twee waterpotten die langs de tribune staan breken en lopen leeg. Aang probeert haar erop te wijzen dat ze iets minder boos moet zijn. Katara echter, zegt Pakku dat ze buiten is als hij met haar durft te vechten. Arnook kijkt een beetje verschrikt bij deze woede uitbarsting. Yue en diverse anderen slaken een kreetje. Pakku kijkt onaangedaan en Katara loopt naar buiten. Nu probeert Aang het zaakje te sussen en zegt dat ze dat vast niet meende. Sokka kent zijn zus beter en denkt dat ze het wel meende.

Zhao schenkt thee in voor Iroh, hij zegt kapot te zijn van het nieuws over prins Zuko. Hij herhaalt, dat hij er echt totaal kapot van is en neemt een slokje thee. Iroh zegt dat de vuurheer niet blij zal zijn als hij hoort wie er verantwoordelijk voor was. Zhao vraagt vanachter zijn thee of hij weet wie er achter de aanval zat. Iroh zegt overtuigend dat hij weet dat het piraten waren. Hij slaat met zijn vuist op het tafeltje en vervolgt dat zij laatst een aanvaring met de piraten hadden en ze wilden wraak. Zhao slurpt zijn thee en vraagt of Iroh zijn aanbod heeft overwogen. Iroh bevestigd en zegt dat het een eer zal zijn om hem als generaal te dienen. Hij heft zijn kopje en toost op de vuurnatie. Zhao toost op de victorie.

Mijn Ketting[]

Onze vrienden lopen de trappen van het paleis af. Sokka vraagt Katara of ze gek geworden is, dit gevecht kan ze nooit winnen. Katara trekt haar jas uit en smijt die naar Sokka, ze zegt dat ze weet dat ze het nooit kan winnen, het maakt niet uit. Aang zegt dat ze dit niet voor hem hoeft te doen, hij zal een andere leraar zoeken. Katara zegt dat ze het niet voor hem doet, maar dat iemand die vent een lesje moet leren. Als ze onderaan de trappen zijn kijkt Katara omhoog en ziet Pakku naderen, ze roept dat hij dus toch maar gekomen is. Deze loopt zonder te kijken stoïcijns door en als hij passeert roept Katara of hij niet durft te vechten. Pakku zegt dat ze naar Yugoda en de ander vrouwen moet gaan, waar zij thuishoort. Katara neemt dit niet en trekt water uit de ijsvloer, ze maakt een waterzweep en slaat hem ermee tegen het achterhoofd. Eindelijk draait hij zich om en vraagt of zij dan zo graag wil leren vechten, dan moet ze maar opletten. Hij neemt het water uit twee vijvers tegelijk en draait dit als een ring om zich heen. Katara neemt een aanloop en een grote druppel water slaat haar terug. Pakku laat het water weer in een cirkel, nu om hen beiden heen draaien, hij zegt haar niet bang te zijn, hij zal haar geen pijn doen. Katara ziet de ring naderen en slaat hem weg. Uiteraard krijgt Sokka de volle laag over zich heen. Katara rent weer op Pakku af en deze maakt een bevroren golf zodat ze over hem heen schiet, Katara landt op een grote pot onderaan de trapleuning en ziet Pakku de bevroren golf op haar afsturen. Ze heeft ondertussen door dat ze zich schrap moet zetten en laat haar voeten vast vriezen terwijl ze de watermassa afweert en verspreid. Ze zegt dat hij haar niet klein zal krijgen. Er heeft zich ondertussen een groepje publiek gevormd waarin Sokka en Aang Katara aanmoedigen. Katara stormt op Pakku af die weer een ijsgolf gebruikt om haar weg te laten glijden. Katara veegt deze nu echter zo weg en haalt met haar vuisten uit naar Pakku die haar echter nu met een directe golf in een vijver doet belanden. hij kijkt alsof hij al gewonnen heeft en Katara blijft best lang onder. Gejuich stijgt op bij het publiek. Katara komt boven en laat een ijsschots voor zich drijven en begint hier laagjes af te schieten. Deze dunne maar vlijmscherpe ijs platen verbazen Pakku ,die ze maar met moeite kan afweren. Katara staat echter al weer klaar met een golf die ze zijn kant op laat slierten. Pakku pakt deze echter zo over en gebruikt het water om een dubbele golf naar Katara te sturen. Die achterover onderaan de trap in een plas water beland. Aang en Sokka kijken hier een beetje bezorgd naar. Katara is nu echt boos en stuurt de pilaren van gestapelde potten achter Pakku, ze wankelen en hij laat ze op het laatste moment als sneeuw neer dwarrelen. Hij zegt dat ze toch wel indrukwekkend is, ze is een heel goede watermeester. Katara vraagt of hij haar toch geen les wil geven. Hij komt weer met de botte nee. Katara laat nu een golf van ijs uit de vloer op hem afrollen. Pakku laat zich door een ijskolom hoog boven de golf uit stijgen. Hij rijdt op de kolom, die een golf wordt naar Katara. Zij geeft een grote sliert water vanaf de zijkant en Pakku moet snel corrigeren, hij maakt een gebogen ijs helling waarover hij naar Katara toe glijdt. Hij raakt haar en we zien haar halsketting op de grond vallen. Katara zit nu op handen en knieën op de grond en Pakku staat op de rand van een vijver. Hij laat het water uit de vijver hoog opstijgen en als messen weer omlaag schieten. Katara staat net, maar de ijsscherven houden haar vast als in een gevangenis. Iedereen staat geschrokken en enigszins teleurgesteld te kijken. Katara worstelt in haar insluiting, maar kan niet genoeg bewegen om te sturen. Pakku stelt dat dit gevecht voorbij is. Katara foetert dat hij terug moet komen, zij is nog niet klaar. Pakku zegt van wel. Opeens valt zijn oog op haar hals ketting hij pakt hem op en zegt dat dit zijn ketting is. Katara hoort hem en roept hard dat dat niet waar is: die ketting is van haar. Pakku zegt dat hij deze zestig jaar geleden gemaakt heeft, voor de liefde van zijn leven, voor Kanna. De spijlen rond Katara smelten en zij concludeert dat haar oma met hem zou gaan trouwen.

We zien de vuurnatie haven van Zhao. Iroh loopt door een gang van een schip hij passeert een vuurmeester ze blijven allebei staan. Iroh zegt dat hun plan uitstekend verloopt, Zhao heeft niets in de gaten. Zuko neemt het gezichts masker van zijn helm af en zegt dat hij dit niet hoeft te doen. Iroh zegt dat hij zijn neef niet op een schip laat zitten als verstekeling zonder zijn steun. Zuko dankt zijn oom, er klinkt een geluid, en Iroh zegt dat er iemand komt, Zuko zet het masker weer op. Iroh instrueert hem, zich te verstoppen tot ze op de Noordpool zijn. Daar is de Avatar voor hem, hij wenst hem succes.

Op het plein onderaan de paleis trappen staat Pakku met de ketting en zegt dat hij deze ketting voor haar grootmoeder had gemaakt voor de verloving, hij had gedacht aan een gelukkig en lang leven met haar, hij zegt van haar gehouden te hebben. Katara concludeert dat zij niet van hem hield, het was een gedwongen huwelijk. Yue krijgt tranen in haar ogen. Katara gaat verder dat haar Oma ook niet wilde leven volgens die stomme regeltjes, daarom ging ze weg. Daar is heel wat moed voor nodig geweest. Yue huilt nu echt en loopt weg. Aang zegt Sokka erachter aan te gaan. Sokka volgt Yue.

Te laat[]

Op de brug in de stad staat Yue te huilen. Sokka komt aanlopen en ze vraagt wat hij van haar wil. Hij zegt dat hij niets van haar wil, hij wil haar alleen zeggen dat hij haar heel mooi vindt. En hij had nooit gedacht dat een prinses hem leuk zou kunnen vinden. Yue zegt dat hij het niet begrijpt. Sokka zegt dat hij denkt het wel te begrijpen, zij is een prinses en hij maar een boerenkinkel. Zij ontkent dit en probeert hem de reden uit te leggen. Sokka zegt dat het OK is en zij echt niets hoeft te zeggen hij zegt haar nog wel te zien. Ze grijpt zijn arm en geeft hem een kus op de mond. Sokka zegt, OK, nu is hij echte helemaal in de war, gelukkig, voegt hij toe, maar in de war. Yue zegt dat ze hem leuk vindt, heel leuk, maar ze kunnen niet samen zijn, en het is niet om wat hij denkt. Het is omdat, en ze laat haar hals ketting zien, en zegt dat ze verloofd is. Met tranen in haar stem zegt ze dat het haar spijt en loopt weg.

We zien het oefen plein met diverse leerlingen, Aang is aan het watersturen met een redelijk gladde druppel, hij straalt om zijn eigen prestatie. Meester Pakku zegt dat het niet slecht is, hij moet blijven oefenen, dan kan hij het wel als hij zo oud is als de meester zelf. Katara komt aan rennen, Aang begroet haar bij naam. Pakku vraagt haar streng wat zij denkt dat ze komt doen. Hij vervolgt dat de zon al op is en ze dus te laat is. Aang zegt dat hij blij is dat ze er is. Katara zelf is daar ook blij over. Ze nemen allebei de basis houding aan.

Zhao staat op het dek voor de stuurhut van zijn vlaggenschip. Hij deelt mede dat zijn vloot in gereedheid is. Hij geeft bevel koers te zetten naar de Noorder waterstam. We zien een armada van zo'n vijftig vuurnatie schepen, allemaal op stoom komend voor de reis.

Grappig[]

  • Het liedje "Vier Seizoenen" is ook te verstaan als "In de Lente Zomer en Herfst". Deze versie heeft niet veel minder inhoud.

Foutjes[]

  • Appa vliegt, als de leden van de Noordelijke waterstam enige vorm van geschiedenis leren zouden ze kunnen weten dat dit een vliegende bizon van de luchtnomaden is en niet een vuurnatie schip.
  • Er liggen twee gondels te wachten met de boeg naar buiten, een catamaran met de boeg naar de stad vaart voor Appa uit de stad in.
  • Zhao zegt: "Jullie lijken mij zeer geschikt voor de reis die ik wil maken". In het Engels "You all seem highly qualified for the mission I have in mind." is echter meer "Jullie lijken mij zeer geschikt een karweitje voor mij uit te voeren"
  • Meester Pakku zegt: "De zon is al onder, je bent te laat" In het Engels "It's past sunrise. You're late." wat meer overeenkomt met "De zon is al op, je bent te laat"

Verschijningen[]

Mensen[]

Dieren[]

Plaatsen[]

Voorwerpen[]

Muziek instrumenten[]

  • Tsungi hoorn (genoemd)
  • Dramyin
  • Trom (stokjes)
  • Drum (tweezijdig met de hand)

Vervoermiddelen[]

  • Gevechts Katamaran
  • Gondel


Gebeurtenissen[]

  • Aang vindt watermeester


Citaat[]

Mijn Ketting[]

Katara wordt ingesloten door een massa ijspegels
die haar als tralies insluiten en haar handen vast zetten.

Katara
Kreun! Steun!
 
 
Dit gevecht is voorbij.
Pakku
Katara
Kom terug hier, ik ben nog niet klaar.
 
 
Oh, jawel.
Pakku

Hij ziet de ketting van Katara op de grond liggen en pakt hem op.

 
Dit is mijn ketting.
Pakku
Katara
Nee! Nietwaar, hij is van mij, geef terug!
 
 
Die heb ik zestig jaar geleden gemaakt.
Voor de liefde van mijn leven, voor Kanna.
Pakku

Katara is intussen bevrijd, de ijspegels zijn gesmolten.

Katara
Mijn oma zou met u gaan trouwen?
 



Advertisement